Oeps!!

Niet alles loopt altijd op rolletjes. Hier en daar gaat er natuurlijk ook wel eens wat mis. Goed mis soms. Leuk voor later denken we dan meestal. Nou, veel plezier ermee.


Kreeft voor een spear gun elastiek.

Het was een vriendelijke man. We ruilden bananen voor een vistuigje. Maar hij had een probleem, het spanelastiek van zijn spear gun was gebroken. Uiteindelijk gaf ik hem mijn elastieken in ruil voor kreeft. Deze kreeft moest hij alleen nog wel even vangen. Nou, om een lang verhaal kort te maken, hij moet na twee dagen nog steeds langskomen met zijn kreeft. We hebben de kip maar koud gemaakt.

Nosi Mitsio, Madagascar. 24-09-2024


Schroefzooi De nacht is gitzwart, een miljard sterren verlichten de Indische oceaan een heel klein beetje. “BENG KLATS BOEM, BONK, BONK, BONK….” De motor begint luid te protesteren en dreigt met een enorme knal uit elkaar te vallen. Lekker, midden op de oceaan die ter plekke 1,5 km diep is.. Ik ren van achter mijn laptop naar de stuurstand en gooi de motor in z’n vrij! Het bonken stop, de motor ronkt als vanouds. Dat betekend stront aan de knikker. Ofwel een visnet in de schroef. Tom en Lorie zijn van het lawaai wakker geschrokken, met z’n drieeen staren we naar een armdikke tak die vanonder de boot komt. Als de schroef maar niet kapot is! We laten de boot driften en gaan maar naar bed, in het donker ga ik niet onder de boot werken. De volgende ochtend ben ik een half uur met perslucht en een scherp mes aan het werk om de schroef te bevrijden. Alles lijkt verder nog in orde gelukkig. Op naar het volgende avontuur.

Andamanzee, zondag 12 februari.


Boegschroef Na 3 jaar mag de boot het water in. Op het droge starten we de motor, laten de schroef  voor- en achteruit draaien en testen de boegschroef. Alles lijkt in orde. Totdat het nat onder de kiel wordt. De motor draait niet sneller dan stationair en de boegschroef draait de verkeerde kant op. Gelukkig staat er nauwelijks wind, zijn er geen tegenliggers en kunnen we rustig naar onze ligplaats varen. Om geen schade te varen moest er flink aan de landvasten getrokken worden maar eind goed al goed.

Hier gaan we het holletje af. Nog geen benul van wat ons te wachten staat.  Pangkor Marina, Maleisië, 19/04/2022


Alles gaat kapot! Okee, de werktafel heeft dik 1,5 jaar dienst gedaan en daarna 2 jaar onbeheerd buiten gestaan. Bij 35 graden in de felle zon en tijdens talloze tropische regenbuien, dat dan weer wel. Maar dat we hem na 2  jaar afwezigheid zó zouden aantreffen hadden we nou ook weer niet verwacht. Ik heb nog overwogen er een nieuw blad op te zetten maar we blijven hem toch maar zo gebruiken.

Pangkor Marina Lumut, Maleisië 18/2/2022

Hechtfolie Toen we de boot in Pangkor achterlieten hadden we net een gloednieuw perspex schuifluik gemonteerd. Daar zat de beschermfolie nog op. Je weet wel, dat papier dat je er in één ruk vanaf trekt. Mooie bescherming tijdens onze afwezigheid dacht ik. Nou, na twee jaar in de tropische zon wordt dat ‘er vanaf trekken’ een héél ander verhaal. Water, spiritus, Alcohol, WD 40, alkalische cleaner, tinner, benzine, diesel, stickerverwijderaar…..met geen enkel goedje is de folie er vanaf te krijgen. Ondertussen beschadig ik ook het luik nog met mijn kunststof krabbertje. Grrr…. Twee dagen deed ik over de bovenkant. Nu de onderkant nog.

Pangkor Marina Lumut Maleisië 16/02/2022


Helm gejat. O.K. in Kuala Lumpur is mijn portemonnee uit mijn broekzak gejat. Maar verder hebben we niet de indruk dat Maleisie crimineel is. Tralies is nergens te bekennen, motorrijders laten hun helmen gewoon aan hun rijwiel hangen. Wij dus ook. Nou, dat is een jaar goed gegaan. Na een wandeling was 1 van onze helmen dus vertrokken. Erg vervelend, die dingen kosten hier bijna niets maar het vertrouwen is weg en het viel niet mee om een nieuwe helm in het zika-maatje van Lorie te vinden. Nu hebben we dus een slotje op die dingen. Ook vervelend.

Ja, hier heeft ze hem nog. Nu draagt ze en witte kinderhelm waarvan we de vrolijke stickers hebben afgepulkt. 20-09-2016


Wassen Wassen aan boord is echt een pestklus. Stampen in een ton zout water met zeep, spoelen, wringen, spoelen, wringen, spoelen, wringen pfff..  Het laatste spoelwater is zoet, we doen er wat wasverzachter in voor de geur en het idee. Daarna versieren we de hele boot met lakens, verschoten onderbroeken en grauwe T-shirts. Kortom we doen het liever niet. Dus als we de was kunnen wegbrengen dan doen we dat met plezier. In Labuan Bajan op Flores, Indonesie hebben we een Laundry gevonden en lopen er naartoe met twee norme zakken wasgoed op onze ruggen. Onderweg worden we aangesproken door een man die zegt dat zijn familie een wasserij heeft en graag onze was doet. De prijs was goed dus we laten de was bij hem achter. Je voelt hem al aankomen, toen we de was op de afgesproken tijd wilden ophalen was de beste man nergens te bekennen. De boot waarop hij was lag er wel maar zelfs de kapitein kende hem niet. Verdomme. Na een dik uur wachten, tegen beter weten in, komen er twee grote zakken op een bromfiets voorbij. Het wassen was iets uitgelopen. De kleuren van mijn nieuwste shirt ook trouwens.

Stampen van de was! Je krijgt er sterke benen van. Dat dan weer wel.


Water maken. Onze watermaker is niet geweldig maar we doen het er al 10 jaar mee. Met moeite perst hij er nog maar 12 liter per uur uit. Als we genoeg hebben spoelen we het apparaat nog 3 minuten na met het verse water. Dat spoelen kost ons ongeveer 25 liter dus daar moet het ding dik twee uur voor draaien. Vrij geruisloos gelukkig. Watermaken doen we bij voorkeur als we onderweg zijn, op volle zee dus. Tijdens de oversteek naar Kalimantan vullen we de 500 liter tank tot aan de nok maar vergeten daarna het spoelen te stoppen. Te druk met navigeren zullen we maar zeggen. Wat we de afgelopen 40 uur aan water hebben gemaakt gooien we in 1,5 uur weer overboord. Water naar de zee dragen dus.

Plaatje van het internet, de watermaker van ons is na 10 jaar niet meer zo netjes.


Scooters huren: Op zoek naar twee scooters lopen we over Buru en passeren een copy shop waar ook een bordje RENTAL op de gevel pronkt. Nog voor we er binnen stappen komt er iemand naar ons toe. Natuurlijk kan hij ons aan scooters helpen en houd de eerste de beste voorbijganger op een scooter aan. Dat is een. De volgende scooter is ook snel geregeld. Zonder afgeven van onze namen, adresgegevens, paspoortnummers of een aanbetaling gaan we op pad en toeren het hele eiland over. Als we de scooters willen terugbrengen blijkt de copyshop niets met de scooters van doen te hebben. En ook de man die ze verhuurde is hen onbekend. We rijden wat rond maar hebben geen idee hoe de verhuurder eruit zag.  De man die zich uiteindelijk meldt herkennen wij dan ook niet. Maar met stevige twijfel overhandigen we hem de sleutels plus de afgesproken huursom en hopen er het beste van.

Buru, Indonesie 11-8-2015


Specerijen: Kruidnagelen en nootmuskaat, het kwam ooit alleen voor op de Banda Eilanden. Felbegeerde specerijen waarin een levendige handel ontstond met Arabieren, Indiers, Chinezen, Portugezen, Engelsen en Nederlanders. Het spul was duurder dan goud en werd gebruikt om de geur van bedorven vlees wat te camoufleren.  Na enige schermutselingen met de Portugezen grijpt Nederland de macht over de Banda Eilanden en het monopoly over de specerijenhandel. Helaas, de Indonesiers die de arbeid moeten verrichten werken niet mee en vermoorden enkele Nederlanders. Als represaille heeft het VOC toen wat Japanners ingehuurd om de raddraaiers en de rest van de tegenwerkende bevolking een kopje kleiner te maken. Overlevenden werden gedeporteerd, gastslaven geimporteerd. Er woont niemand meer van de oorspronkelijke bevolking op Banda. Lekkere jongens die Nederlanders.

Schilderij in klein museum op Banda. 3-8-2015


Kiepwagen: Soms geloof je je ogen niet! Dit vrachtwagentje vervoert palen van een meter of 10. Een stuk of 20 schat ik, stevig vastgesjord op de laadvloer. Ok ze staken een paar meter uit maar daar was keurig een vlaggetje aan gehangen. Helaas hadden de mannen het gewicht van de palen wat onderschat, op de brug kwam het zaakje tot stilstand. Ik ben benieuwd hoe ze het karretje weer met vier wielen op de grond hebben gekregen.

Ketapang, Indonesie, 17/10/2015


Net gevangen! De straat tussen Indonesie en Singapore is de drukst bevaren zee ter wereld. De scheepvaart wordt er geleidt door een verkeersleider, elk schip vaart er over een virtuele snelweg. Wij moeten de snelweg oversteken op een aangegeven plaats maar zien niet zo snel ruimte om dat te doen, het is gewoon te druk. Als we eindelijk een gelegenheid zien draai ik het schip haaks op de snelweg en begin aan de oversteek. We moeten een tanker laten passeren en voor de volgende over de helft zijn. Dan loopt de motor vast! Er moet iets in de schroef zitten. De boot is stuurloos en wordt door de stroom meegenomen. Gelukkig liggen we niet op ramkoers met een van de schepen voor ons. Met zuurstof en een mes duik ik onder boot om de schroef weer gangbaar te maken. Er blijkt een flinke bos touw en netten in te zitten. Ik ben er een klein kwartier mee bezig. Als we weer verder kunnen heeft de stroom ons tot net voorbij de oversteekplaats gebracht maar kunnen vrijwel direct aan de oversteek beginnen.  De verkeersleider liet ons gelukkig met rust.

Wat stukjes van het net. De rest is met de stroom meegedreven, op naar de volgende schroef. Singapore, 13/11/2015


Anker verloren! De motor van onze ankerlier heeft kuren. Het ding draait erg traag en wordt kokend heet. Bovendien lekt hij stroom op de romp en vreet ons schip langzaam op. Om de corrosie tegen te gaan en om de motor te sparen laten we het anker met de hand vallen. De stroom is er tijdelijk af. Bij Ambelau, een eiland in Indonesie, gaat het helemaal fout. Lorie en Tom halen de ketting van de lier en hangen het anker een stukje over boord om het straks makkelijk te laten vallen. Helaas valt het anker onmiddellijk en trekt met veel kabaal 80 meter ketting achter zich aan. Het spul stoppen is onmogelijk zonder je handen te verliezen.  Het touw waarmee de laatste schakel aan de boot vast zit breekt onmiddellijk en ik zie het laatste stukje ketting nog net in zee verdwijnen.  Ik druk meteen de man over boord knop in zodat we weten waar het spul ligt. Het is er 30 meter diep. Omdat we zelf niet zo diep kunnen duiken ben ik de hele dag in de weer om een duiker te vinden, Lorie en Tom blijven achter op de boot die we met moeite konden ankeren met onze reserve-ankers. Als ik na uren terugkom met de duikers blijkt onze boot verplaatst, de ankers zijn losgekomen en Lorie vaart maar wat rond met ankers die recht naar beneden hangen. Dankzij de man over boord positie weten de duikers het anker snel te bergen. Eind goed, al goed.

De bergers aan het werk, Ambelau, Indonesie 10/08/2015


Wieltjes Na 10 jaar lang de dinghy over stranden slepen hebben we er schoon genoeg van! Wieltjes onder de bijboot zijn dan wel voor watjes en bejaarden maar we hebben er geen zin meer in om ons steeds weer een bult te sjouwen. Op het internet vond ik een set dat mij wel beviel, met grote wielen en een handige constructie om de wielen te demonteren of op te klappen. We stalen de show, samen wandelden we moeiteloos met de bijboot tot ver boven de vloedlijn, zelfs bij eb. Tot dit strand met kuilen. In de derde kuil blijft een van de wielen steken, met geweld trekken we hem eruit. Maar daarbij breekt het wiel af en ook het andere wiel hangt op half zeven.. Slepen dus maar weer, met wieltjes die  nutteloos achter het bootje bungelen. Ze zijn inmiddels gerepareerd, maar de handige constructie om de wielen te demonteren is niet meer. Het hele spul zit nu klink en nagelvast op het bootje gemonteerd. Ook goed.

Precies 10 jaar geleden vertrokken we uit Scheveningen, we willen het vieren op dit strand. Grenville, Australie, 16/7/2015


Reddingsvlot Een van de dingen aan boord die we beslist nooit willen gebruiken. Het laatste redmiddel als de boot zinkt of in brand staat. We willen het dus niet missen ook. Het staat op het dek te verlopen want een reddingsvlot moet periodiek getest worden. De laatste keer was in Zuid-Afrika, 6 jaar geleden, de hoogste tijd voor een keuring dus. In Brisbane is een bedrijf dat reddingsmiddelen keurt. De box wordt geopend en uitgepakt, wij worden professioneel maar vriendelijk ingepakt. De uiterst vriendelijke man legt uit waar alles voor dient, het is de eerste keer dat we het vlot zien. Dan begint het gedonder: tja, de overdrukventielen zijn van het oude model en moeten vervangen worden. Het noodvuurwerk, de zeeziektepillen, het noodrandsoen en de watervoorraad is over de datum. Evenals de pijnstillers en de batterij van de verlichting. De lijst wordt langer en langer. De basiskeuring was niet zo duur maar met alle extra’s komt het toch gauw op $1100,-  En of we hier maar willen tekenen. Enkele dagen later wordt er gebeld, ze hebben nog iets gevonden. Extra kosten $250,- grrr. Als we het vlot uiteindelijk afhalen blijkt de keuring niet langer geldig dan 1 jaar omdat het vlot al 15 jaar oud is. Als we dat vooraf hadden geweten dan hadden we beslist een nieuw vlot gekocht. Weer een les geleerd.

Brisbane, Australie, 10/4/2015


Mitsubishi Delica. We kochten een mooie uit Japan geimporteerde Mitsubishi Delica. Bij een stelletje woonwagenbewoners bleek later! Ik wist de prijs te drukken (applaus), nieuwe V-snaren te bedingen (applaus) en de achterbanken bij hen op te slaan zolang wij aan het reizen waren (applaus). Al snel bleek de auto naar links te trekken en de banden ongelijk te slijten. Bij het uitlijncentrum konden ze het niet verhelpen en adviseerden een schokdemperspecialist te raadplegen. Doorploeteren dus. Nu begon de auto te kreunen en te steunen. WD40 dacht ik meteen maar het euvel werd van kwaad tot erger. Visolie? Nog meer kabaal! Ik vermoede slechte schokdempers maar ontdekte dat de rubbers van de dempers weg waren. Gewoon verteerd. Toen die rubbers eenmaal vervangen waren was een deel van het kabaal weg en de auto trok niet meer naar links (applaus). Eind goed al goed dachten we, tot een enorme klap ons erop attendeerde dat er toch echt iets mis was met de schokbrekers. We hadden er een volledig opgeblazen. Vier nieuwe schokbrekers en 1000 dollar verder hadden we het lek boven. OK, we moeten nog een nieuwe voorruit kopen want die voorkwam dat ik een steen op mijn kop kreeg (applaus). Eenmaal in de outback blijken onze banden niet echt geschikt voor het zware werk, we rijden er al snel een aan gort. De reserveband blijkt een stuk groter dan de andere banden, de krik is zelfs te laag! Met een steen onder de krik vervloek ik de woonwagenbewoners waarvan we de auto kochten. We zijn in the middle of nowhere maar vinden gelukkig een schurk met banden. Nee, onze banden heeft hij niet, dat zijn winterbanden, die gebruiken ze misschien in Japan maar beslist niet in Australie, legt hij uit. Met een nieuwe, veel te dure band vervolgen wij onze reis over gravel maar zoeken noodgedwongen het asfalt weer op. Uiteindelijk moeten we toch ook de overige banden vervangen. Als we na de road trip onze banken bij de woonwagenbewoners ophalen trekt het bloed uit mijn hoofd. De banken hebben 4 maanden buiten gelegen, het weer zit erin en het frame is verroest (geen applaus). Met bleekwater kregen we de banken gelukkig weer schoon. De nieuwe eigenaar, een Duitse backpacker, die net als wij veel kilometers wilde maken, merkte er niets meer van. Met de nieuwe schokbrekers, banden en voorruit was hij behoorlijk in zijn nopjes. Het kreunen en steunen nam hij op de koop toe.

Warmloper tijdens moeizame tocht door rul zand in the Little Dessert, Australie.12/2/2015


Great Sandy Strait Tussen Fraser Island en het vaste land van Australie is het hier en daar knap ondiep. Sommige trajecten kunnen we alleen bij hoog water afleggen. Bovendien verplaatsen de zandbanken zich permanent dus onze kaarten zijn eigenlijk niet te vertrouwen. Als we langs een smal stukje moeten blijkt er een boei meer te zijn dan op onze kaart is aangegeven. Een rode die we hier links moeten passeren. Het ding ligt best wel ver uit de route en we geloven hem eigenlijk niet. We houden de koers op de kaart aan en lopen vrijwel meteen aan de grond. Met veel geweld krijgen we de boot weer los maar we zijn vergeten de vislijnen binnen te halen. Die zitten nu netjes om de schroef gewikkeld. Met veel kabaal draait het zaakje nog maar moeizaam rond en we weten gelukkig een veilig ankerplaatsje te bereiken. Daar blijkt dat we echt geluk hebben gehad, de lijn was net niet zwaar genoeg om de koppeling van de as met de motor uit elkaar te rukken. Minder gelukkig was ik met het vooruitzicht dat ik het water in moest om de schroef weer gangbaar te maken. Het wemelt hier van de Bull en Tiger Sharks!

We duiken zelden dus wanneer je de duikspullen echt nodig hebt zijn ze natuurlijk stuk. Met mijn spare air kan ik nog maar enkele minuutjes beneden blijven, we moesten het flesje 5 x vullen om de klus te klaren.

Fraser Island Australië : 28/5/2015


Bril De vulkaan op Tanna, Vanuatu is overweldigend. Het gloeiende lava spuit eruit tot bijna waar wij staan: aan de rand van de krater dus. Ook dat is niet ongevaarlijk, de kraterrand bestaat uit as en is beslist niet stevig. Een uitglijder betekent een wisse dood in het hellevuur beneden. Ook ongezond zijn de zwaveldampen die je nabij de krater inademt. Maar we kunnen niet anders dan in de diepte staren. Van tijd tot tijd brult de vulkaan alsof er een vuurspuwende draak ontwaakt. Het geluid trilt op je borst en is ronduit beangstigend. Bij thuiskomst is de bril van Lorie aangeslagen door de troep. Ze legt hem die nacht in een bakje water zoals ze wel vaker met haar brillen doet. Als ze de bril de volgende ochtend schoon wil maken blijkt de aanslag nogal agressief, het heeft duizend putjes in het glas gebrand. Dag bril met vloeiend dubbel focus en extra dun ontspiegeld glas. Ook de opticien zag er geen gat meer in, we hebben maar nieuwe glazen gekocht.

Tanna, Vanuatu 10/10/2014.


Weer met de schrik vrij. Met een lekker gangetje varen we van Wala Island naar Luganville in Vanuatu. Een relaxed tochtje met de wind uit de goede hoek. Op de kaart zien we geen obstakels en op het water is geen boot te bekennen. Achter de boot slepen we 4 vislijntjes mee. Lorie merkt op een gegeven moment op dat het water hier mooi blauw is, je kunt de bodem zien.  Mooi Blauw????????  Het moet hier 200 meter diep zijn….!!!!!!!!! Een blik op de dieptemeter doet ons hart overslaan, we hebben nog 90cm onder de kiel! Snel keer ik het schip om de vaart eruit te halen en overzie de situatie, we zitten in het midden van een rif met een diameter van pakweg 100 meter. Op de kaart blijkt toch een kruisje te staan, we hebben niet goed gekeken. Voorzichtig varen we naar het dichtstbijzijnde diepe water. Gelukkig raken we niets en komen met de schrik vrij. Voortaan nog beter op de kaart kijken voor we vertrekken dus.

Zo ongeveer zag het er rond de boot uit. Brrrrrr….. Tussen Malekula en Santo (Vanuatu) 17/9/2014.


Kerk: We liggen geankerd voor Wala Island, Vanuatu, en maken een wandeling met een gids. Hij brengt ons naar een man die al jaren zeeschildpadden beschermt en grootbrengt. Onderweg passeren we een gebouw dat nogal uit de toon valt tussen alle rieten hutjes.  Het is van steen, groot en groen geschilderd. Ik complimenteer onze gids met zo’n indrukwekkende kerk, men moet hier erg gelovig zijn. De jongen kijkt wat vreemd op, het gebouw blijkt het toilet voor toeristen die hier een paar keer per jaar door cruiseschepen worden losgelaten! De bewoners van het eiland poepen gewoon in hun eigen gat in de grond.

Wala Island, Vanuatu. 15/9/2014.


Peper en zout: We hebben net wat geslenterd door het ongezellige centrum van Whangarei en hebben zin in een biertje. We belanden in de Dickens Inn en bestellen meteen maar wat te eten. Fish and chips, het nationale gerecht van Nieuw Zeeland natuurlijk. Het kon wel wat zout en peper gebruiken maar het porceleinen  peperstrooiertje wilde niet meewerken. Na wat heftige bewegingen boven de Fish tikt Lorie het strooiertje tegen de tafel. Iets te hard, ze houdt het gebroken vaatje geschrokken in model en probeert het, alsof er niets gebeurd is, terug op tafel te zetten. Daar werkte het ding alweer niet mee en viel uit elkaar. We vonden het uiteindelijk niet terug op onze rekening. Gelachen hebben we wel. Tja, wie doet er nou grove peper in een peperstrooier?

Whangarei, Nieuw Zeeland 24-5-2013


Nieuw roer: Onderweg naar Samoa zijn we het roer van onze windpilot verloren! Het ding is er gewoon afgebroken. Een nieuwe, overgevlogen uit Duitsland, kost € 3500,- Dat moet voordeliger kunnen! Jeroen van de Zeemuis heeft ervaring met het maken van een roer en gaat voor mij aan de slag. De buis die brak wordt zwaarder en hij wordt demontabel, maar verder maakt hij het roer identiek. Het ding wordt uiteindelijk geweldig! Kosten: nog geen € 750,-  Tijdens de oversteek van Nieuw Zeeland naar Fiji, de eerste reis met het nieuwe roer, gaat het al mis. Als we zijwaarts van een hoge golf afglijden blijkt de overmaatse buis toch niet op zijn taak berekend, het ding buigt 30 graden. Het roer bungelt vleugellam achter de boot, als een enorme rem eigenlijk. Wat een geluk dat we hem op zee konden demonteren. De volgende wordt massief!

Jeroen lijmt met epoxy het roer in elkaar. Nu nog in model schaven en inpakken met epoxy. We hadden er beiden vertrouwen in. Whangarei, New Zealand, 5 mei 2014.


Yankee naar de knoppen: Nee, de wereld rondzeilen is niet altijd leuk. Op weg van Beqa naar Moni in Fiji steekt er een stevige wind op. We vlinderen op dat moment, we hebben de wind van achter. Met een knoop of 8-9 vliegen we op onze bestemming af. Het gaat echter steeds harder waaien, de Yankee moet naar binnen. Er staat echter zoveel druk in het zeil dat ik bang ben iets kapot te maken en laat de yankee te ver vieren waardoor deze tijdens het oprollen in de knoop raakt. Het klapperende zeil dat we niet meer binnenkrijgen is binnen enkele minuten aan flarden. Donders, dat ding hebben we enkele weken terug voor een hoop geld van nieuwe UV randen laten voorzien. De zeilmaker in Port Denarau kon er niets meer van maken, in Australie bestellen we maar weer een nieuwe. En weer komt het reservezeil, dat we ooit van Faja Lobi kregen, ons erg goed van pas.

Nee, die Yankee is niet meer te repareren. Fiji 30-6-2014


Misverstandje: Wij vertrekken een dikke week voor de Pikuditu van Nieuw Zeeland naar Fiji. Wij beloven hen met zelf gebrouwen bier op te wachten als zij in Fiji arriveren. Zowel tijdens onze, als hun oversteek hebben we vrijwel dagelijks radiocontact. Ook Zeemuis is dagelijks op de ether. Dan gaat er iets mis, op de dag dat zij moeten arriveren zijn ze er niet. Jeroen van de Zeemuis denkt al aan een reddingsactie maar die weet ik nog even af te houden, ze zullen tussentijds wel ergens gestopt zijn. Vreemd was het wel, ook de volgende dag kwamen ze niet. Toen kwam de aap uit de mouw, we hadden op verschillende eilanden afgesproken! Wij zaten in Suva, zij in Savu Savu.Een dikke maand later, terwijl ik deze oeps schrijf, hebben we ze nog steeds niet gevonden

.Met Dineke en Steef van de Pikuditu, net voor vertrek uit Opua, New Zealand. 11-06-2014


Vastloper: Varen in Fiji is vrij riskant, de zeekaarten zijn soms erg onnauwkeurig en de koraalriffen hier vormen een groot labyrint. Doorgaans gebruiken we dan ook 3 of 4 verschillende systemen om onze weg door de riffen te vinden, varen we alleen bij daglicht en zijn we bijzonder oplettend. Bij een nauwe passage voel ik mij niet helemaal op mijn gemak en loop heen en weer tussen computer en stuurwiel. Ik denk dat het goed gaat maar plots vraag Lorie nogal gespannen of het hier 10 of 1 meter diep is! Ze gelooft de dieptemeter niet. Ik voel nattigheid en ren naar boven. Te laat, we lopen met 6 knopen op het rif en komen hardhandig tot stilstand, een spoor van vernieling achterlatend. We komen dwars op de golven te liggen en beuken in elk golfdal met de kiel op het koraal. Met de boegschroef weet ik het schip met de neus in de golven te brengen waardoor de rust een beetje terugkeert. De zeilen hebben we inmiddels gestreken. Bij mijn eerste poging vrij te varen zit er enig schot in en gelukkig bereiken we al snel dieper water. Weer hebben we geluk dat we in een tank varen, met een kunststof boot had deze oeps wel eens heel anders kunnen aflopen.

Vanuit de lucht is een rif nog wel te overzien, op zeeniveau wordt dat een heel stuk lastiger. Alles op de foto ligt onder water. Fiji, 25-7-2014


Nieuw generatortje: We hebben een kleine generator voor noodgevallen. Gelukkig hebben we het ding nooit nodig, maar daar kan het apparaat weer niet tegen. Rust roest, we zijn toe aan de derde. Bij Mitre 10 in Whangarei koop ik een goedkope generator maar die blijkt, als ik hem uitpak, al gebruikt. Ik ruil ‘m om voor hun showmodel en vul hem met olie en brandstof. Na pakweg 100X trekken aan het startkoord geef ik het op, deze doet het gewoon niet. In de winkel snappen ze er niets van maar ik krijg mijn $800,- terug. Via Internet koop ik een wat duurdere, ik wil geen risico meer nemen. Als hij binnen is vul ik hem met olie en ruik onbewust nog even aan mijn jerrycan benzine. BENZINE??? Er zit diesel in de jerrycan!!!! Die had ik er een poosje terug zolang ingedaan! Hopelijk duurt het even voor Mitre 10 achter mijn foutje komt, binnen een week verlaten we Whangarei en kort daarna Nieuw Zeeland.

Nee, op diesel lopen deze kleine generatoren niet. Whangarei, New Zealand 20-5-2014.


WE ZINKEN!!!! Ergens tussen Tonga en Nieuw Zealand , ver uit de kust, begint de motor vreemd te doen. Hij maakt een vreemd geluid en het lijkt wel of het toerental terugloopt. Bovendien ruik ik een brandlucht. Snel open ik de motorkamer, onmiddellijk komt mij een enorme rookwolk tegemoet. De motor is inmiddels afgeslagen. Door de rook heen zie ik dat de motor al half onder water staat, we zinken!!! Ik schrik me rot en geef Tom opdracht de bijboot in orde te maken om het schip te kunnen verlaten.  Net achter de keerkoppeling kolkt het water, daar moet een gat in de romp zitten. Nerveus tast ik de bodem af maar kan niets vinden. Nu de motor niet meer draait is de rookontwikkeling gestopt en ondanks dat het water kolkt lijkt het water niet te stijgen. Iets rustiger nu probeer ik vat op de situatie te krijgen, dan valt mij op dat het kolken veroorzaakt wordt door de flens op de draaiende schroefas.  We varen onder zeil en de schroef draait stevig mee. Geen gat dus. De uitlaat van de motor is losgeschoten, al het koelwater en de uitlaatgassen van de motor stroomden rechtstreeks het schip in.  Met een nieuwe slangenklem verhelp ik het probleem en vrolijk varen we verder.

Hier hebben we al een groot deel van het zeewater weggepompt. Dat was schrikken! 26-11-2013.


Schoorsteenveger: Steef en Dineke, Nederlandse cruisers waar we al een poosje mee optrekken, willen hun huis op Bonaire verkopen. Om het inmiddels verlaten huis weer wat op te kuisen vliegen ze erheen. Er blijkt een bijennest in de schoorsteen te zitten. Steef spuit er een hele bus verdelgingsmiddel in en controleert kort daarna met een wierookstokje of er overlevenden zijn. Nee, bijen kwamen er niet meer uit, maar de ontploffing van het verdelgingsmiddel veroorzaakte een steekvlam die zijn gezicht maar op een haartje na miste. Met tweede en derde graads verbrandingen aan nek, handen en armen mocht hij daarna even langs het brandwondencentrum in  Beverwijk. Volgende keer laat hij toch maar weer een schoorsteenveger komen.

Steef en Dineke eerder in Tonga. Gelukkig ziet hij er na de ontploffing nog steeds goed uit. Tonga, 5-11-2013.


Stront aan de knikker: Terwijl ik, met duikflessen en gewapend met plamuurmes, de aangroei onder de boot te lijf ga, leegt Lorie haar darmen in het toiletje boven mij. Als ik even later in een bruine wolk met kleine brokjes zwem weet ik precies hoe laat het is. Ik probeer te vluchten maar het lijkt alsof de wolk mij achtervolgt, wat logisch is als je met de stroom mee zwemt.

Tom was aan de andere kant van de boot aan het krabben en wist daardoor de dans te ontspringen. Tonga 10-11-2013.


Gebroken onderwant: Er is geen wind! Op de motor kachelen we van Suwarrow naar Samoa, een tocht van enkele dagen. Met de zeilen proberen we een zuchtje te vangen en de beweging van de boot wat te temperen. De zeilen, de mast en de verstaging krijgen het stevig voor hun kiezen.  Midden in de nacht zie ik iets vreemds aan een onderwant, alsof er een beetje touw om de kabel gewonden is. Het blijkt dat meer dan de helft van de draden waaruit de kabel is gevlochten gebroken zijn. In het donker laat ik mij de mast in hijsen om het reserve stag te plaatsen en ontdek dat ook het stag aan de andere kant op breken staat.  Als we daarna het zeil laten zakken blijkt ook de rails langs de mast kapot en zijn we pakweg 100 kogeltjes uit de zeilwagentjes verloren.  Zonder zeil bereiken we uiteindelijk Samoa en voeren er wat noodreparaties uit. Nieuw Zeeland lijkt opeens erg ver weg.

Noodreparatie van onderwant met wat goedkope Chinese zadelklemmen. Ze braken wanneer je ze een beetje strak aandraaide, vandaar de stalen plaat onder de klemmen.  Samoa, 11-10-2013


Vliegtuig gemist: We zijn alweer bijna een maand in Nederland, elke dag stonden er twee of drie afspaken op het programma. Lorie en Margie kuisen de boot van Peter en Rita, waarop we al die tijd verbleven, ik was de auto van Saskia. Morgen om 12:00 vliegen we terug naar Nieuw Zeeland. Vanavond nog een etentje bij Hans en Inger. Lorie kijkt nog even op de tickets hoe laat we precies vliegen: dat blijkt twee uur terug te zijn! We hebben ons een dag vergist! Na een uurtje telefoneren met Maleisie hebben we een nieuwe vlucht en zijn we € 656,- armer. Twee dagen later dan gepland vertreken we alsnog met vlucht MH17 van Malaysian Airlines. Boven Oekraine heb ik me inderdaad afgevraagd of het hier wel pluis was.

Borrelen bij Hans en Inger terwijl wij al lang en breed in de lucht moesten zitten.  Rotterdam, 21 april 2014.


Vers brood: Elke ochtend bak ik brood. Een klusje van niets als je eenmaal de truc kent. Om het mezelf nog makkelijker te maken vries ik het deeg voor de volgende dag in. Goed idee toch? Je moet het echter wel goed ontdooien voor je het weer kneedt. In mijn pogingen mijn handen deegvrij te krijgen verspreide het kleverige goedje zich door het hele kombuis. Rampzalig, zoals een klusje met siliconenkit doorgaans verloopt. Uiteindelijk moest Lorie me van de troep bevrijden.

7-04-2012 Panama (de buik is inmiddels weer redelijk strak).


Visser: Op weg van Panama naar Ecuador hebben we wind en stroom op de neus. Moeizaam kruisend met de motor op 2700 toeren kruipen we zuidwaards. De eerste dagen waait het stevig en is het nogal onbehagelijk aan boord. Als de wind uiteindelijk helemaal weg valt besluiten we aan de kust van Ecuador te ankeren. Het is inmiddels nacht en aardedonker, de maan is nog in geen velden of wegen te bekennen. Op goed geluk en onze instrumenten zoeken we ondiep water. Vingers gekruist want overal kunnen visnetten uitgezet zijn. Zonder slag of stoot vinden we een geschikte plek, maar als ons anker goed en wel ligt ontwaren we een klein onverlicht vissersbootje op nog geen 10 meter afstand. We hebben de visser blijkbaar in zijn slaap overvallen en hebben ons anker over zijn ankerlijntje uitgebracht. De wind brengt ons snel bij elkaar en we besluiten ons anker op te halen en elders te ankeren. De verschrikte visser mompelt nog wat verwensingen als zijn bootje de onze raakt. Later blijkt dat er om ons heen nog tientallen vissers geankerd liggen. Weer komen we met de schrik vrij.

Met een beetje fantasie zie je de visser vloeken. Bahia Ancon de Sardinas, Ecuador.


Salsa Pikante: Eindelijk, we verlaten Panama! We zijn uitgeklaard en gaan nog één keer kip eten in Mobil 1, het  restaurantje waar ook de arbeiders van de scheepswerf lunchen. Droog gebakken kip met gefrituurde Yuca en wat salade. Lekker Panama biertje erbij, onze dag kan niet meer stuk. De salsa pikante zit in een plastic knijpflesje. Zo’n smoezelig flesje met zwart opgedroogde salsa rond het dopje. Het gaatje blijkt zelfs een beetje verstopt, ik moet flink knijpen om er een druppeltje uit te krijgen. Het gaat me niet snel genoeg en probeer het nogmaals met twee handen. Dáár was het goedkope knijpflesje niet op berekend, de dop met tuut springt eraf en de gehele inhoud smakt over mijn kip, yuca, salade en bier. Ik had er nog geen hap van gegeten. De dame van de bediening nam het luchtig op, de rotzooi werd met een servetje opgeruimd, met wat nieuwe yuca kreeg ik de zelfde kip weer op een schoon bordje. Service van de zaak.

Panama 22-3-2013 Mobil 1.


Prop Speed: Roberto, de knul die ons onderwaterschip schildert, wil verder met het schilderen van de schroef. Ik geef hem het restant Prop Speed dat ik nog uit Trinidad heb. Een kostbare siliconenpasta met een speciale primer. Het is al weer twee jaar terug dat ik het aanbracht en ben vergeten dat de primer uit twee componenten bestaat. Die zit er nu dus op zonder de harder. Ik vrees dat het goedje eraf ligt bij de eerste mijl die we straks weer varen.


Ray Ban: Na een bezoek aan de Nederlandse ambassade in Costa Rica mis ik mijn zonnebril! Hij blijkt daar niet te zijn en ook niet bij de fotograaf waar ik de pasfoto s voor mijn paspoort heb laten maken. Ik moet de bril in de taxi vergeten zijn. Het huilen staal mij nader dan het lachen, de Ray Ban is al minstens 20 jaar oud en een collectors item inmiddels. Maar hij was ook al enkele jaren van Bob. Ik kreeg hem terug nadat hij verongelukte. De taxichauffeur kon ik via het hotel achterhalen maar de man was niet bereikbaar. De volgende dag bleek hij hem gevonden te hebben, naast de bijrijdersstoel waar ik mijn spullen even parkeerde. Ik was er de hele dag stil van.

Barra Honda, Costa Rica 21-12-2012


Vuurpijl: Oudjaar 2012, er is een feestje op het strand maar dat bloedt om 20:00 al dood, wij met een groepje mensen naar het kerkplein. Hier is het redelijk druk en ik steek een geëxpireerde vuurpijl af. Zo’n pijl die je op zee afsteekt wanneer de boot zinkt en je toch nog gered wilt worden. Helaas gaat het niet helemaal goed, in plaats van recht omhoog zoekt het projectiel zigzaggend zijn weg over het plein. De parachute die de vuurbal in de lucht moest houden houdt hem nu aan de grond. Mensen stuiven naar alle kanten, zoiets hadden ze op Isla Taboga nog niet eerder meegemaakt. De schrik zit er stevig in, als ik de tweede pijl tevoorschijn haal zoekt menigeen een veilig heenkomen. Helaas doet die vuurpijl het helemaal niet.

Dit was de bedoeling, die van ons bleek een voetzoeker.


Heilige plaats: Sommige Kuna dorpen zijn nog erg traditioneel. Voor een bezoek moet toestemming aan de Sahila (opperhoofd) gevraagd worden.  Alcohol is verboden,  vreemdelingen moeten het eiland voor zonsondergang verlaten en een huwelijk tussen Kuna’s en vreemdelingen is niet toegestaan. Op Isla Pinos gingen we met de bijboot aan land en wandelden een half uur over het strand naar Pinos, het dorpje. Onderweg passeerden we een plek waar creatief met kokosnoten was omgesprongen. Een begraafplaats dachten we. Natuurlijk schoot ik er wat plaatjes. In Pinos liepen we een goed Engelssprekende man tegen het lijf die ons direct vroeg of we ons al bij de Sahila gemeld hadden. Toen we vertelden dat we net via het strand kwamen keek hij nogal bedenkelijk, de begraafplaats is heilig en ontoegankelijk voor buitenstaanders. Fotograferen is er strikt verboden.

Isla Pinos Kuna Yala, Panama, 9-12-2011


Kussen: Het is vaak snikheet in de tropen. Je transpireert bijna meer dan je kunt drinken. Soms worden we doorweekt wakker, de bedden worden dan ook bijna dagelijks gelucht. Mijn kussen was al behoorlijk oud en echt niet meer fris te krijgen, die moesten we dus maar eens opruimen. Op weg naar de Panama mochten de veertjes nog één keer vliegen. Ik knipte het kussen open en liet de veren aan de wind over. Een klein deel koos inderdaad het luchtruim, de rest woei met een bochtje de boot in. Het heeft ons dagen gekost om de 100.000 veren, die bovendien overal bleven plakken, op te ruimen.

Caribische zee, 30-11-2011


In de knoop: We vissen meestal met 4 vislijnen achter de boot. Vaak slepen we ze hele dagen achter ons aan. Vooral als de zee ruw is of als we onze koers moeten veranderen gaat het wel eens mis en raakt de boel in de knoop. Een enkele keer krijgen we het zaakje wel weer ontward maar meestal moeten we de boel kapot knippen en de eindjes aan elkaar knopen. De vis wordt soms duur betaald.

Caribische zee, 30-11-2011


Beltegoed Iridium: Het beltegoed van onze satelliet telefoon verloopt over enkele dagen dus bellen we gezellig met vrienden, broers en zussen in Nederland en Spanje. Bellen met Iridium kost ons 1,4 dollar per minuut en er staan nog 250 minuten open. Als we uitgekletst zijn staan er nog steeds 40 minuten. Pas dan blijkt dat het beltegoed niet vervalt als je het vóór de experatiedatum opwaardeert. Dat was dus een praatje pot voor $ 294,-


Kerstgedachte: De dag voor kerstmis komt er een kano met twee Kuna jongens langszij.  Op de bodem van de Ulu krioelt het van de langoustines. Ze zijn nog veel te klein maar ook wij knijpen wel eens een oogje toe. We kopen er 8 voor $15,- maar de knullen hebben niet terug van $20,- Omdat we een mooi kerstmaal aan onze neus voorbij zien gaan kopen we er drie bij. Iedereen gelukkig. Nou ja, iedereen, de langoustines hadden het duidelijk minder naar hun zin. Zelfs toen ik ze in een netje achter de boot hing bleven de schijnheilen apathisch op elkaar zitten.  Ze moeten hun kans geroken hebben, toen we de volgende ochtend ons kerstmaal inspecteerden waren ze alle 11 met de noorderzon vertrokken. We hebben maar een vissoep uit de vriezer gehaald.

Green Island, Kuna Yala, Panama 24-12-2011.


Zakkenroller: Carnaval in Cartagena, bij toeval zijn we erbij als het feest kan beginnen. Het is stampvol op het plein waar de aftrap gegeven wordt. Schouder aan schouder staan we tussen de feestgangers te kijken naar de band op het podium voor ons. De sfeer is erg goed, we zijn omringd door een leuk groepje mensen. Onopvallend werkt zich een jongen naar voren en blijft naast ons staan. Hij duwt vervelend tegen mij aan dus ik doe een stap opzij. Even later het zelfde verhaal. Blijkbaar was er bij mij een belletje gaan rinkelen want toen ik opnieuw naar hem keek probeerde hij tevergeefs de knoop van mijn broekzak open te maken. Mijn cameraatje en zonnebril waren dus ook daar niet veilig. Ik greep de onverlaat bij de pols en sleepte hem meteen uit de drukte in de hoop een agent te treffen. Nou, normaal zie je die ordebewaarders overal maar nu natuurlijk niet, ik heb het ventje dus maar laten gaan. Mijn camera heb ik nog maar de lol was er wel meteen af. Na het voorval maakte Lorie meteen twee beursjes die we aan onze riem bevestigen en in onze broek dragen.

Cartagena, Colombia 9 november 2011


In de knoop met ankerlijn van de buren: In Cartagena ankeren we nabij club nautico. We laten het anker vallen in een enorme ruimte tussen verschillende andere scheepjes. Zelden lagen we zo vrij op een drukke ankerplaats. Zelf het internet van de jachtclub pikken we hier moeiteloos op. De buurman, een Amerikaan, komt ons even later waarschuwen dat hij een erg lange (120 meter) ankerlijn gebruikt omdat hij geen motor, stuur en ankerketting heeft. Ze zijn zwaar aan het klussen. Ook wij geven dus meer ketting uit om elkaar vrij te varen als de wind draait. Niet genoeg blijkt later, de wind draait en hun boot, ongehinderd door een zware ketting, zwiert doodleuk over onze ketting en om ons heen. Voordat het zaakje echt in de knoop raakt halen we met hulp van Jan Bart (s/y Victory) ons anker dus maar op en verkassen we naar een druk plekje waar we geen internet meer hebben.  De Amerikaan ligt nu weer moederziel alleen.

Cartagena, Colombia 2-11-2011.


Lek: Na een stukje varen staat er steeds een beetje water in de motorruimte. Er moet ergens een klein lek zitten. Al snel merk ik enige corrosie daar waar de uitlaat uit de romp komt. Ik demonteer de doorvoer en repareer het zaakje met sikaflex. Bij het eerstvolgende tochtje blijkt het probleem alleen maar groter! Er komt nu veel meer water binnen. Ik moet het onderweg zelfs afpompen. In Cartagena haal ik de uitlaatslang weer los. Deze blijkt gedeeltelijk vergaan en is door de vorige reparatie gaan lekken. Door de slang een stukje in te korten hoop ik het probleem nu wel verholpen te hebben. Niet fraai maar wel dicht.

Cartagena, Colombia 10 november 2011


Zinkend reddingsbaken: Mijn oog valt op een van die dingen aan boord die we nooit hopen te gebruiken: het reddingsbaken. Als ik hem omdraai om de stroboscoop te activeren loopt er een straaltje water uit. De knipperflits deed het natuurlijk niet meer. De drijver viel door de voortdurende blootstelling aan de zon bijna uit elkaar. Een nieuwe is hier niet te koop dus tegen beter weten in probeer ik ‘m te repareren. De drijver krijgt 10 lagen siliconenlak, de batterijen worden vervangen en een los element op de printplaat gesoldeerd. Het koste enige tijd maar hij drijft en flitst weer. Voor hoelang moeten we maar weer afwachten. Nu maar afwachten wanneer het ding spontaan uit elkaar valt.

Cartagena, Colombia 6 november 2011

(Inmiddels hebben we wel een nieuwe!)


Gefopt: Het metrokaartje betaal ik met een biljet van 20.000 pesos. Ruim voldoende voor twee kaartjes van 1.500 pesos, maar ik krijg het biljet onmiddellijk terug. Ze zegt iets in het Spaans maar dat versta ik natuurlijk niet. Wisselgeld heeft ze volgens mij genoeg. Adriane, waarmee we later kennismaken, schiet mij te hulp, het blijkt dat mijn biljet vals is. Ongelovig vergelijk ik het biljet met een ander exemplaar en zie werkelijk geen verschil. Het papier is anders zegt het meisje achter het glas. Later probeer ik het waardeloze stukje papier nogmaals te slijten maar ook deze mensen laten zich niet foppen. In het dagboek van Lorie prijkt nu een plakplaatje van 20.000 pesos (€8,-)

Medellin, Colombia, 19 oktober 2011


Diesel op: We vertrekken van Aruba met nog 75 liter diesel in de tank. Met de 60 liter in jerrycans moet dat ruim voldoende zijn om Santa Marta in Colombia te bereiken. Diesel is in Colombia veel goedkoper dan op Aruba. We gaan er vanuit dat we het merendeel van de reis geen motor nodig hebben maar dat pakt heel anders uit, halverwege de reis valt de wind weg en krijgen we de stroom tegen. Als we de motor niet starten dobberen we gewoon terug. Tijdens een tussenstop spreken we de reserve voorraad diesel aan en besluiten door te kachelen omdat de windverwachting aanhoudend slecht blijft. Met dichtgeknepen poepert en een paar druppels diesel in de tank bereiken we Bahia Cinto, 15 nm voor onze bestemming Santa Marta. Alleen met goede wind kunnen we nog verder. Gelukkig worden we snel uit de brand geholpen door Jim en Frank van de Pipedream, zij geven ons spontaan 22 liter diesel.

Leeg tot op de bodem. Bahia Cinto, Colombia, 10 oktober 2011


Dooie mus: Langs de kust van Colombia worden we bezocht door een aantal groene mussen. Het vaste land is mijlen ver en vermoeid strijken ze neer op onze hoofden en schouders, in de keuken en op het stuurwiel. Geen moment laten ze zich intimideren. Als Colombianen net zo brutaal zijn als deze vogeltjes dan staat ons nog heel wat te wachten. Plots vinden we er een die al bijna met z’n pootjes omhoog ligt. We proberen hem of haar te reanimeren maar dat lijkt onbegonnen werk. Een zeemansgraf dan maar besluiten we. Ik gooi het slappe beestje overboord maar voor dat het in zee valt vliegt het een rondje en strijkt weer neer in de kuip. Bij een tweede poging verdwijnt de mus, steeds lager vliegend, kansloos uit het zicht.

Nabij Bahia Cinto, Colombia 10 oktober 2011.


Natuurpark: We zijn een beetje lui geworden op het Spaanse Water. Zo bungeld het bijbootje ‘s-nachts aan de ketting achter de boot. Normaal hijsen we hem uit het water. Als het ding na twee maanden niet meer op snelheid komt moet ik de bodem dus schoonmaken. Je wilt niet weten hoeveel schelpen, mossels en ander gespuis er zich dan aan het bootje hechten. Uren was ik in de weer om het natuurpark van mijn bootje te krabben. Veel beter is het bootje er niet van geworden, met de schelpen kwam ook de verf mee.

Spaanse water, Curacao 19 augustus 2011.


Cactus: Tijdens de eerste rit met de Sorsoka’s, een fietsclub in Curacao, donder ik tijdens een moeilijke off road afdaling van mijn fiets en grijp doodleuk in een omgevallen cactus. Enkele pennen kon ik er vrij snel uittrekken de overige 30 moesten eruit zweren. Deze foto maakten we een dikke week na de buiteling. Ik heb meteen fietshandschoentjes gekocht maar ben natuurlijk niet meer in een cactus gevallen.

Curacao, 25 juni 2011.


Alweer een camera naar de knoppen! In het onderwaterhuis van onze Canon Ixus 850SI past maar één camera, de Canon Ixus 850SI. Een handig pocket cameraatje dat we in Griekenland kochten toen zijn voorganger in het water dook. We waren erg zuinig op de camera want het bijpassende onderwaterhuis koste meer dan de camera zelf. Op Isla La Blanquilla (Venezuela) bleek het onderwaterhuis minder waterdicht dan we dachten, het hele ding was volgelopen en de camera overleden. Nu maar weer op zoek naar precies dezelfde camera.

Isla La Blanquilla, Venezuela. 22 April 2011


Geelvintonijn: We hebben beet! En niet zo’n beetje ook! Uiteindelijk takelen we een prachtige geelvintonijn van pakweg 85cm uit het water. Het dier weegt minstens 7 kilo. Een japanner zou er moeiteloos € 200,- voor neerleggen. Het doden van zo’n grote vis kost ons altijd moeite maar de enorme kop, nog steeds bloed pompend, verdwijnt al snel in ons kielzog. Een tonijn moet leegbloeden voor de beste smaak dus hangen we het onthoofde dier aan zijn staart boven het water. Ook maar even, want het knoopje in het touwtje blijkt niet goed en onze delicatesse gaat al snel zijn kop achterna. Donders.


Headlight: Of het door de rum komt weet ik niet zeker, maar toen ik mijn mooie Petzl hoofdlamp uit het rubberbootje naar Arie op de Kind Of Blue gooide, een afstand van ruim één meter, raakte het ding de windvaan, veranderde van richting en dook zonder pardon in zee. Mijn brillen, camera, sleutels en een berg gereedschap achterna.

Petzl Myo XP. Grenada, 21-12-2010


Bult: Lorie stapt verkeerd als zij langs het stuurwiel klautert.  Met haar heup valt ze op de leuning van de bank. Het doet pijn maar verder lijkt ze niets beschadigd te hebben.  Even later wordt haar dijbeen echter blauw, een beurse plek die groter en groter wordt.  Ook begint de plek te zwellen, de volgende dag is de bult zo groot als een kool.  Een rode kool, want de blauwe plek is inmiddels paars geworden.  We zijn nu enkele weken verder maar de bult is nog steeds niet helemaal weg. En gevoelig is hij ook nog wel.  Zeilen, je wordt er beslist niet mooier van.

Anse D’Arlet, Martinique 22-02-2011


Peper: We doen wat boodschappen aan de kant en willen terug naar de boot. Onze dingy ligt met de ketting aan een steiger van de marina. Als ik het slot losmaak drijft de dingy weg en probeer ik mij staande te houden aan de steiger. Tevergeefs, ik klap voorover en probeer met mijn voorhoofd tewaterlating te voorkomen. Succesvol gelukkig, ik zag mijn nieuwe camera alweer verzuipen.  Helaas liep ik een aardige wond aan mijn hoofd op welke bloede als een rund.  Met een nylon boodschappentasje probeerden we het bloed te stelpen. Tervergeefs. natuurlijk. Een toeschouwer adviseerde er gemalen peper op te doen. Je gelooft het niet, dat werkte als een tierelier! Top!

Marin, Martinique, 12-2-2011 (enkele dagen na de klap)


Keyboard overleden: Mijn Toshiba Tecra is nog geen 5 maanden oud als het toetsenbord het begeeft. Eerst één toets, dan twee, dan 20. De zilte omgeving en de sloot water die laatst over het toetsenbord ging wreken zich. Ik heb natuurlijk garantie maar dan moet ik het ding wel naar Nederland en terug transporteren. Bovendien heb ik ‘m nodig dus sloot ik mijn onverwoestbare rubberen keyboard maar aan. Het kapotte toetsenbord haalde ik eruit en vulde de ruimte op met een antislipmat. Het typt niet geweldig maar ik kan ermee uit de voeten. Zout maakt meer kapot dan je lief is.


Benzinetank gejat! Marin op Martinique is een uitvalbasis voor duizenden jachten. Wij liggen er geankerd en moeten een flink eind varen met de rubbberboot om aan wal te komen. De Dinghy steiger is overvol en we proppen ons bootje ertussen. Natuurlijk leggen we het ding aan de ketting want met name de motortjes zijn zeer gewild. Als we in de avond terug willen blijkt de benzinetank gestolen te zijn. Gelukkig hadden we stroom en wind mee maar het koste toch ruim een half uur om naar de Kind of Blue te peddelen. Later hoorden we dat jongeren de tankjes jatten voor de benzine. Voortaan ook de tank op slot dus.


Auto gejat: Aart en Monique bezoeken ons rond oud en nieuw en hebben een Golf gehuurd. Het is feest in Fort de France, vuurwerk wordt hier op 30 december afgestoken. Op straat wordt gedanst en muziek gemaakt, eten en rum zijn overal. Voor het vuurwerk begint parkeren we de auto nabij het fort. Verboden te parkeren zegt het bord maar er staan al tientallen auto’s en we staan er niemand in de weg. Het vuurwerk dat vanaf het fort wordt afgestoken bekijken we op veilige afstand vanaf de boot. Eerste rang dus. Als Aart en Monique naar hun hotel willen blijkt de auto weg. Het staat er nog steeds vol auto’s dus we nemen aan dat het ding gestolen is. In het Hotel de Police bleken ze er meer van te weten. We hadden de auto onder het vuurwerk geparkeerd dus moesten ze hem wegslepen. Naar een verafgelegen depot bleek de volgende dag. Naast de bekeuring van € 180,- waren we ook €100,- en € 30,- aan de taxi’s kwijt.

Depot ergens tussen Fort de Frans en François, Martinique 31 december 2010


Beet! Als Lorie met haar handspoel vist zoek ik doorgaans dekking. Meestal gaat het goed maar af en toe vliegen het aas,  lood en de haak ongecontroleerd door het luchtruim.  Nee, ik vis altijd met de werphengel, daar heb ik veel meer controle over.  Tot ik vergat mijn wijsvinger van het vislijntje te halen toen ik het kunstvisje wilde lanceren. Het aas met twee dreggen miste mijn hoofd op een haar na en boorde zich met weerhaak en al in mijn bovenarm.  De haak liet zich niet terugtrekken, met een tang moest ik de haak doorduwen zodat de weerhaak er elders uitkwam en afgeknipt kon worden.

Charlotteville, Tobago, 6-10-2010


Rent a Wreck: In Suriname besluiten we een auto te huren.  Via Peter en Trudie komen we bij een autosloperij terecht die ook auto’s verhuurd. De prijs was vrij rekbaar en kelderde na wat touwtrekken van  € 35,- naar € 21,- per dag.  De Toyota RAV4 was in redelijke staat, alleen de banden konden wel wat profiel gebruiken.  Na de eerste lekke band blijkt de reserveband  onbruikbaar en rijden we met een zachte band naar de dichtstbijzijnde garage.  Voor nog geen € 5,- worden we uit de brand geholpen.  Daarna hebben we maar een nieuwe reserveband bij de autosloper/verhuurder opgehaald. De tweede lekke band is uitgebleven.

Meerzorg, Suriname 23-09-2010


Lek als een mandje: Als ik de bijboot op het strandje van Domburg  trek loopt deze kompleet leeg.  Ik heb  het ding  over een stuk oud roest getrokken, de scheur in de drijver is pakweg 30cm lang.  Ik moet de huurauto terugbrengen dus laat ik het bootje leeg achter.  Ondertussen vraag ik mij af hoe ik op de boot kom en hoe ik de bijboot kan repareren.  Als ik terug kom is de hulp al nabij, Ed en Sophia van het petfleseiland hebben mijn gestorven bootje gezien en staan al klaar met een reserveboot. Met lijm van Holger, een andere cruiser, hebben we de boot nog provisorisch kunnen plakken. Heerlijk zulke mensen.  Het bootje is nu wel op dus hebben we in Trinidad een nieuwe gekocht.

Oud en nieuw, Chaguaramas, Trinidad 27-10-2010


Onderwatercamera: Onze nieuwe zakcamera, de Canon S90, is fantastisch!  Een handzaam apparaatje met een lichtsterk objectief en een sensor die je normaal alleen in spiegelreflexen vindt. Jammer alleen dat het ding niet tegen vocht kan. Toen ik ‘m even zoek was bleek hij onder de vloer van de houten kano geglipt te zijn. Buiten rottende bladeren en stinkende visresten was daar vooral bedorven water te vinden. De camera, net 3 maanden oud, overleefde het niet. Onze volgende gast uit Nederland. Hier zijn die dingen natuurlijk niet te koop of vrijwel onbetaalbaar.

Amazonia, Brazilië 1 augustus 2010


Valpartij: We hebben haast, vóór 12:00 uur moeten we ons inklaren maar in het half uur dat we nog hebben moeten we eerst Immigratie bezoeken. Het trottoir naar immigratie wordt door de daklozen als pisbak gebruikt, we steken over en vervolgen tussen de bushaltes onze weg. In Brazilië is veel in verval, ook het met kleine keitjes bestrate trottoir zit vol gaten. Lorie, die meer om haar heen kijkt dan goed voor haar is, presteert het voor de zoveelste keer in zo’n gat te vallen. Haar knie raakt de rand en ik hoor aan de klap dat het pijn moet doen. Verschillende omstanders schieten te hulp en we helpen haar weer overeind. Tranen dringen zich op, naast een schreeuwende pijn in haar knie is ook haar grote teen ontveld. Met een van pijn vertrokken gezicht bezoeken we Immigratie. Als we om 11:45 bij de Capitania dos Portos arriveren blijkt deze pas om 12:00 open te gaan.  Met de knie gaat het na een weekje weer wat beter.

5 juli 2010, Salvador de Bahia, Brazilië.


Mooring aan heel dun lijntje: Bij de Iate Clube Rio de Janeiro kregen we een mooring. Een stuk beton op de bodem met een dikke kabel naar een drijver. Wij maakten de boot aan de drijver vast en dachten stormvast afgemeerd te liggen. Tot iemand ons erop attendeerde dat aan de drijver alleen een dun touwtje zat waarmee je de kabel uit het water moest trekken. We hingen dus twee dagen aan een zijden draadje.

Rio de Janeiro, 29 mei 2010


VIVO: Als we in een land komen waar we enige tijd blijven dan kopen wij daar een telefoon- en internetkaart. In Brazilië kan dat alleen als je een persoonsnummer van Brazilië hebt dus lieten we Aline de kaarten kopen. Helaas werkten ze geen van beiden in ons toestel en modem omdat ze in Brazilië een ander signaal gebruiken. Geld kregen we niet terug dus het enige wat we konden doen was een nieuwe telefoon kopen. We hebben nu een naamloos dual-sim toestelletje waarop we zelfs TV kunnen kijken en radio ontvangen. Het modem hebben we uiteindelijk wel aan de praat gekregen.

Santos, Brazilië 4 mei 2010.


Visnet: Elke avond zet een visser in Buzios een net uit in de buurt van onze boot.  De buit, meestal niet meer dan enkele visjes, verzamelt hij de volgende ochtend. Met ons rubberbootje moeten we om het net varen om de Kind of Blue te bereiken. Helaas is het dan al aardedonker, hebben we enkele biertjes gedronken en ligt het net niet altijd op dezelfde plaats. Met nog 20 meter voor de boeg draait het net zich enkele slagen om de schroef van ons buitenboordmotortje waardoor deze vastloopt en afslaat. Natuurlijk proberen we ons te bevrijden zonder het net te beschadigen maar als dat niet lukt rukken we het bij gebrek aan een mes met blote handen stuk. De visser lijkt de volgende ochtend niet echt ontdaan van de schade, de vangst die nacht was buitengewoon goed.

Buzios, Brazilië. 19 juni 2010


Vaste ankerketting: Ons nieuwe Rocna anker is geweldig! Het ding graaft zich onmiddellijk in en geeft daarna geen krimp meer. Eindelijk slapen we rustig als het waait. Maar toen we in Rio even van plaats wilden veranderen kregen we het anker ook niet  meer los. Het ding zat muurvast. Met de ankerlier trokken we zelfs de boeg van het schip naar beneden. Het was er bijna 10 meter diep en mijn duikflessen waren leeg dus moesten we de hulp van een duiker inroepen. Al snel was duidelijk dat het anker geen probleem gaf maar dat de ankerketting onder een steen van enkele tonnen klem zat. Met touwen, een sleepboot en een  hoop manoeuvres kregen we het zaakje na een half uurtje los. De duiker rekende er maar €75,- voor.

Rio de Janeiro, Brazilië 28 mei 2010


Dengue: Stilstaand water in bijvoorbeeld oude autobanden, bierblikjes, plassen en putten warmt hier snel op en vormt een ideale kraamkamer voor de Dengue mug. Een zwart-wit getekend kreng dat voornamelijk ’s-nachts slachtoffers zoekt. Dengue is een vervelende ziekte die je in twee gradaties kunt krijgen: strontvervelend en dodelijk. Een medicijn of vaccin is er niet, met paracetamol worden de symptomen onderdrukt tot je na een week of drie weer de oude bent. Krijg je daarentegen ook bloedneuzen dan heb je de dodelijke versie en is een bezoek aan een ziekenhuis raadzaam. Omdat ik geen risico wilde nemen heb ik na drie weken pillen slikken toch mijn bloed maar laten controleren. Dengue werd gelukkig niet meer aangetroffen.

Santos, Brazilië, 10 mei 2010


Toch nog bestolen: Als we na 4 weken oceaan in Rio de Janeiro aankomen, en weer internet tot onze beschikking hebben, blijkt dat we onderweg bestolen zijn. In Kaapstad is onze bankpas gekopieerd en heeft een of andere onverlaat het kopietje 71 keer gebruikt om onze rekening te plunderen. Normaal staat er niet erg veel op betreffende rekening maar tijdens onze afwezigheid had de verzekeringsmaatschappij de door ons voorgeschoten ziekenhuiskosten uitgekeerd. Kat in ’t bakkie voor de dief dus. Of onze bank de schade vergoed is nog niet duidelijk, een deel van de opnamen zouden wij, voor ons vertrek uit Afrika, ook zelf verricht kunnen hebben.

(uiteindelijk is alle schade vergoed)

Kaapstad, Zuid-Afrika. Februari 2010


Zwemptrap: Als het schip na een aanvaring gespoten is en wij nog wat gedemonteerde onderdelen terugplaatsen blijkt de zwemtrap verdwenen te zijn. Het ding stond dagen tegen een muurtje achter de boot maar is nu spoorloos. Natuurlijk weet niemand waar het ding gebleven is en de schilder die in onze ogen verantwoordelijk is geeft ook “niet thuis”. Vermoedelijk heeft een arme sloeber het ding achterover gedrukt en als schroot verkocht. Zonder zwemtrap zijn we aan de grote oversteek begonnen. In Zuid-Amerika moeten we maar een nieuwe laten maken.

Simon’s Town, Zuid-Afrika 13-01-2010


Schroef: Onze schroef was er slecht aan toe en moest vervangen worden. In Simon’s Town moesten we na een aanvaring de kant op dus grepen we die kans aan om de klapschroef die we al jaren meesjouwen te monteren. De ontbrekende onderdelen hebben we laten maken en functioneren uitstekend. Als het schip te water gelaten is blijkt waarom de klapschroef er niet meer onder zat, het ding is volkomen uit balans, de boot trilt van voor tot achter. We moeten dus meteen het water weer uit en onze gloednieuwe vaste schroef monteren. Op advies van 3 “deskundigen” kochten we een 17” i.p.v. de 20” die erop zat. Nou, die bleek na de tewaterlating dus véél te klein! Het schip was niet vooruit te branden. Vetus de leverancier voelde zich verantwoordelijk en ruilde de schroef onmiddellijk en kostenvrij om voor een 19” maar we moesten natuurlijk wel weer op het droge gezet worden om de schroef te kunnen wisselen. Bij de proefvaart bleek de 19” groot genoeg maar het ding hield van zingen, bij enkele toerentallen produceert de schroef naast voortgang een luide irritante fluittoon. Uit tijdgebrek hebben we hem laten zitten maar zodra we de kans krijgen moet ook deze er weer af.

Simon’s Town, Zuid-Afrika. 22-01-2010


Aanvaring: Ja hoor, liggen we net een dutje te doen worden we aangevaren door een van onze buren! Met veel te veel wind was Rob Newman met zijn catamaran de haven binnengelopen. Door brandstofgebrek viel er een motor uit en in een poging zijn schip vrij te varen van enkele obstakels ramde hij ons vol in de flank. De schade was aanzienlijk, een diepe deuk op de waterlijn van ca 100 cm2 en verf die tot op het aluminium gebroken was. Een fikse tegenvaller want Tom komt en we moeten aan de oversteek naar Rio beginnen. Al met al hebben we twee weken op de kant gelegen en is de hele romp overgespoten. Kind of Blue ziet er weer goed uit maar de verzekering van de tegenpartij wil alleen het uitdeuken maar betalen. Unigarant, onze verzekeraar, dekte de schade wel maar ons eigen risico is hoger dan het schadebedrag. Tja, zo kan ik ook zaken doen.

(uiteindelijk is de schade vergoed door tegenpartij)

Simon’s Town, Zuid-Afrika, 4-01-2010


Steentje: Tussen Knysna en Simon’s Town kreeg ik het behoorlijk te kwaad. De pijn in mijn onderbuik was ondragelijk. Gelukkig voelde ik me een stuk beter toen ik flink over mijn nek ging. Eenmaal in Simon’s Town overkwam mij hetzelfde, de mosselen die we bij de Belg aan het waterfront gegeten hadden kwamen er gemalen uit. De pijn was niet normaal dus de volgende dag de dokter maar bezocht. “Blindedarmontsteking” was de prognose, met wat antibiotica werd ik weer naar huis gestuurd. De nacht daarop ging ik kapot van de pijn, de volgende dag lag ik in het ziekenhuis. De scans toonden een niersteen, 6mm dus die zou er met wat hulp en véél water vanzelf uit kunnen komen. Na de kerstdagen bleek de steen niet te komen en ontstak de nier. Voor ik het door had lag ik op de operatietafel, via mijn piemel werd er een slangetje in de nier gebracht en de steen gebroken. De pijn was onmiddellijk weg, de brokjes hebben ze er anderhalve week later uitgehaald. Als een goudzoeker heb ik de laatste kruimels uit mijn ochtendwater gezeefd.

Simon’s Town, Zuid-Afrika 24-12-2009


Op hol: De Rigger is geweest, ik ga de mast in om zijn werk te controleren. Lorie hijst mij met de elektrische lier naar boven. Bij de tweede zaling roep ik “stop” en geef een teken met mijn arm maar ze stopt niet! Paniek breekt uit, de elektrische lier weet van geen ophouden. Een klein metertje voor ik de mast ingetrokken wordt, dat gaatje is niet veel groter dan een luciferdoosje, heeft Lorie de lijn van de nog steeds draaiende lier gegooid en blijf ik bungelen op de stopper. Eind goed, al goed.

Richards Bay, Zuid-Afrika, 21-11-2009


Prusikknoopje: Ik vertrouwde volledig op de breeksterkte van mijn grootzijlval (de lijn waarmee we het grootzeil hijsen) en ging dan ook zonder extra zekering de mast in. Lorie achter de elektrische lier en ik in het bootsmanstoeltje aan de val. Tot we verschillende horrorverhalen hoorden van mannen die naar beneden donderden. Ik besloot mijzelf te zekeren door een glijknoop aan een staande lijn te bevestigen. Het andere eind maakte ik met een harpje aan mijn stoeltje vast. Het prusikknoopje klemt zichzelf om de staande lijn als eraan getrokken wordt, ik moet het knoopje dus met de hand meeschuiven. Dat ging perfect tot de eerste zaling. Ik inspecteerde de nieuwe stagen en liet me daarna verder omhoog hijsen. Helaas vergat ik toen het knoopje! Het ding deed zijn werk, klemde zich om de staande lijn en belette mijn stoeltje omhoog te gaan. Lorie had niets in de gaten en trok mij verder omhoog, één van de twee lijnen moest breken! Gelukkig was het harpje de zwakste schakel en toen deze brak zwiepte ik een metertje de lucht in. Pfffff. Voortaan toch maar weer ouderwets naar boven.

Richards Bay, 20-11-2009


Droogvallen: Toen de Lundi Star uit Duitsland na onderhoud te water werd gelaten werkte de motor nog niet. Lastig maar geen groot probleem, met enkele lijnen kon hij zó naar de kant getrokken worden. Helaas duurde de tewaterlating langer dan verwacht en het werd inmiddels eb. Op 3 meter van de kant loopt het schuitje op een zandplaat en dreigt, straks als het water nog een meter lager staat, tegen de kademuur te vallen.  Met man en macht proberen we het scheepje los te trekken maar de kiel heeft zich al diep in de plaat gegraven. Door een lijn naar de top van de mast te spannen weten we met 6 man het scheepje zover te kantelen dat de kiel even vrijkomt. Onmiddellijk vaart ze ongecontroleerd op de kade af. Gelukkig staat Lorie daar met een stootwil om de klap op te vangen.

Richards Bay, Zuid-Afrika, 18-11-2009


Panne: We hebben de Toyota verkocht! Tot we vertrekken kunnen we er nog gebruik van maken is de afspraak. Op weg naar Johannesburg, het nieuwe pasport van Lorie ligt op de ambassade, gaan plots de ruitenwissers langzaam, de radio valt uit en het kreng begint te hakkelen. De nieuwe accu die ik er een week geleden in gestopt heb is uitgeput! Pruttelend en steeds langzamer vervolgen we onze weg naar Vrijheid, het stadje dat nog minstens 10km verder ligt. Hier, tussen de townships, willen we beslist niet stranden. Als de auto uiteindelijk de pijp aan Maarten geeft staan we op een heuveltje en kunnen we nog net een parkeerplaats bereiken. Precies voor een garage in Vrijheid.

Vrijheid, Zuid-Afrika, 26-10-2009


Quilt: We kunnen het prima vinden met Irene en Duncan Gould. Zij komt oorspronkelijk uit Groningen, hij uit een gehucht in Canada. Via connecties in Curaçao zijn ze elkaar tegen het lijf gelopen. Irene en Duncan zijn al 10 jaar onderweg met hun Moose. In Richard Bay waren het onze buren, zij kochten zelfs onze auto. Irene gaf ons een presentje op een van de avonden dat we lol hadden. Lorie, spontaan als altijd, bedankte hartelijk voor de pannenlap.  Irene had een hele dag aan het kunstwerkje gewerkt en nam het bedankje met gekromde tenen in ontvangst. We hebben er alle vier nog dagen plezier aan beleefd.

Richard Bay, Zuid-Afrika 16-11-2009


Luchtje: Wanneer je door Afrika trekt tref je enorme streken zonder voorzieningen. We hebben dus altijd water, eten en brandstof voor enkele dagen bij ons. Omdat een dakdrager voor onze auto erg duur was en we liever niets buiten de auto wilden vervoeren, bevestigden wij de jerrycans met benzine op de plank waarop wij sliepen. Dat ging goed totdat de doppen braken. Door de hitte in de auto werd de druk in de jerrycans te hoog.  Niet alleen de benzinedampen vulden onze atmosfeer, als we weer eens over een zandweg reden dan stroomde de benzine ook over ons bed. Jakkes! We hebben maar geen sigaretje opgestoken.


Linke zandweg: Dwars door het Chobe National Park, het mooiste wildpark dat we tijdens onze toer bezochten, loop een 4×4 track. We dachten dat we via deze track de andere kant van het enorme park tegen zonsondergang konden bereiken. Onze permit loopt af dus we moeten eruit. Het pad blijkt niet echt geschapen voor een Toyota Condor en met onze bodemplaat pletten we de rug tussen de wielsporen, we zijn overduidelijk te laag! We hopen dat het verderop beter zal zijn. Weer beulen we de auto af. Door de vaart erin te houden raken we net niet vast. We zijn moederziel alleen en onderweg worden we ook nog ingesloten door een kudde onvriendelijke Olifanten die we ternauwernood ontkomen. Tegen het eind van de middag stuiten we op een andere hindernis, een stuk omgewoeld zand waarin we ongetwijfeld blijven steken. We proberen eromheen te rijden maar glijden terug in het “spoor”.  De wagen bungelt met twee wielen in de lucht. We zijn nu dus echt in de aap gelogeerd, hulp is hier erg ver te zoeken en de telefoon heeft geen bereik. We bereiden ons voor op een overnachting tussen de wilde beesten. Tot er een safari-auto met een Italiaans gezelschap nadert. Zij zijn op weg naar een kamp nabij een waterplaats waar ze de dieren gaan bewonderen tijdens zonsondergang. Nou, dat hebben ze dus niet gered, toen ze ons bevrijd hadden was het zonnetje al ruimschoots verdwenen.

15 augustus 2009 Chobe, Botswana.


Vastloper: Zonsopgang in de Sossusvlei (Namibië) moet onvergetelijk zijn. Van de camping naar de vallei is een uurtje rijden dus staan we om 5 uur aan de poort.  De portier staat ons in onderbroek te woord, we zijn een uur te vroeg. Ons horloge staat nog op de Zuid-Afrikaanse tijd. Na enig gesputter laat hij ons binnen en in het donker bereiken we de reuzeduinen. Als het licht steeds mooier wordt zie ik een zandkam waar ik wel wat dichterbij wil komen.  Er loopt een spoor door het rulle zand, het moet dus kunnen. Als ik even niet oplet raken we uit het spoor en zakken tot onze assen in het zand. Met de schep, vloermatjes en stukken hout proberen we de auto weer op gang te krijgen maar na 2 uur ploeteren ga ik toch maar hulp zoeken. Gelukkig tref ik iemand die wel even wil kijken of hij ons kan helpen. Als hij achter ons stuur kruipt speelt hij wat met de wielen en rijdt de auto binnen een minuut naar het pad. De zon is inmiddels hoog aan de lucht, het mooie licht verdwenen.

Sossusvlei, Namibië 30-06-2009


Visum De grens van Zuid-Afrika met Lesotho ligt hoog in de bergen en is slechts via een bijna onbegaanbare weg te bereiken. Zonder 4×4 aandrijving mag je er zelfs de grens niet over. Als we eindelijk boven zijn en onze paspoorten tonen blijkt dat onze visa verlopen zijn en dat we illegaal in Zuid-Afrika vertoeven. De agent die ons zou moeten arresteren voorziet een hoop papierwerk en stuurt ons terug naar Richards Bay, een ritje van 500km. Hier zijn ze minder vriendelijk, meteen worden onze pasporten ingenomen. Bovendien hangt ons een enorme boete boven het hoofd. Totdat de bullebak die het ons moeilijk maakt eindelijk begrijpt dat niet wij maar een van zijn medewerkers een fout heeft gemaakt tijdens het inklaren enkele weken geleden. Nog even probeert de betreffende medewerker de schuld af te schuiven door te beweren dat zijn stempel in ons paspoort door iemand anders gebruikt is maar daar trapt de bullebak gelukkig niet in.  Met een nieuw visum rijden we dezelfde dag weer terug naar de grens met Lesotho.

Lesotho, 3-6-2009


Reservesleutel Voor een reservesleutel rij ik 25 km naar de Toyota dealer in Empangeni. Als de sleutel er na een week is haal ik ‘m af maar hij blijkt eerst geslepen te moeten worden in Richards Bay waar ik net vandaan kom. Weer terug in Empangeni, met de inmiddels geslepen sleutel, blijkt het programmeren van de sleutel niet te lukken omdat ik niet de master key maar een kopie blijk te bezitten. Om mijn geld terug te krijgen hebben zij het nummer op het zakje nodig waarin de sleutel verpakt zat. Deze ligt natuurlijk bij de sleutelslijper 25km terug dus rij ik weer 50 km (vierde keer).  Als ik weer om mijn Rand 500,- (€40)  vraag kan ik hoog en laag springen maar ze nemen géén geslepen sleutels terug! Ik vraag me toch af of de Italianen hier niet eerder waren dan de Nederlanders.


Duur beginnersfoutje: We zitten alweer bijna een week op zee tussen Madagascar en Mozambique. Het waait stevig en ondanks dat we regelmatig kunnen slapen raken we aardig vermoeid. Om een uur of 5 in de ochtend valt de wind weg en besluit ik het rif uit het zeil te halen. Meestal doen Lorie en ik dat samen maar ik wil haar niet wekken en ga alleen aan de slag. Schoot vieren, grootzeilval op de lier, reeflijnen lossen en hijsen maar….. Als ik de elektrische lier aan zet wordt het grootzeil moeizaam omhoog getrokken behalve het opgeschoten rif. De smeerrepen* zitten nog vast en scheuren het zeil bijna kompleet door midden. Je wilt echt niet weten wat er toen allemaal gezegd is.

* Lijntjes om het opgeschoten zeil op de giek te binden.

Richards Bay, Zuid-Afrika 21-12-2008


Fuk: Het waait stevig en we hebben de Yankee (Fok) voor de helft opgerold. De krachten in het halve zeil zijn erg groot en het stukje dat opgerold is wordt daardoor strak aangetrokken. Zo strak zelfs dat de lijn waarmee het zeil opgerold wordt al volledig afwikkelde vóórdat het hele zijl binnen was toen we het later wilden binnenhalen. (Kun je het volgen?) “Nog een klein stukje” denkt Lorie en drukt op de knop van de allesvernietigende elektrische lier om het zeil volledig binnen te rollen. Dat ze daarmee de al afgewikkelde reeflijn aan gort trokt kon ze onmogelijk weten. Het gevolg was dat het opgerolde zeil nu ongecontroleerd afrolde en onmiddellijk door de wind aan stukken gereten werd. Erg vervelend wanneer je beseft dat we net op weg zijn voor de oversteek van het kanaal van Mozambique, zo’n 1150 km.

Straat van Mozambique 6-11-2008


Met de schrik vrij! Ik zit aan de kaartentafel teksten voor de site te schrijven. Naast mij het beeldscherm met daarop de zeekaart waarover een cirkeltje, ons schip, zijn weg zoekt. We zijn op weg van Nosy Lava, onze laatste stop in Madagascar, naar Mozambique en Zuid-Afrika. Het is een mooie dag, Lorie ligt te puzzelen in de hangmat. Er is in de wijde omtrek één opstakel, een piepklein eilandje met rondom een groot koraalrif. Maar we koersen er ruim langs is het plan. Als de wind draait moet ik het schrijven 2 x onderbreken om de koers te verleggen. Een druk op een knopje is véél makkelijker dan koers houden en de zeilen opnieuw te trimmen. Dat ik daarbij niet meer aan Torak’ Atsimo denk blijkt een uurtje later als Lorie toevallig even uit haar hangmat opkijkt.  Heftig geschrokken roept ze dat we het eilandje rammen! Door het schip onmiddellijk te keren weten we nog net een confrontatie met het rif te voorkomen, de schrik zit er stevig in.

Torak’ Atsimo, Madagascar 3-11-2008


Vastloper: We kunnen kiezen, gaan we onderlangs of tussen de twee kleine eilandjes door. Hoewel de ruimte tussen Nosi Lango en Nosi Faohina groot is varen we voor de veiligheid toch maar onderlangs. We moeten een ruime afstand bewaren want Nosi Faohina is omringd door een groot koraalrif. Als er eindelijk een beetje wind opsteekt hijsen we de zeilen en met een slakkengang passeren we het eilandje.  Tot ik plots de dieptemeter op zie lopen! Van 15 meter onder de kiel naar 6 naar 2 naar…….  Met een schok komen we tot stilstand, het schip helt zwaar naar voren maar komt meteen weer terug. Onder ons een prachtige koraaltuin waarin we als een olifant in een porseleinkast huishouden.  De visser die een paar honderd meter verder met zijn pirogue ligt negeert ons. We proberen de boot een half uurtje los te wrikken maar komen alleen maar vaster te zitten. Gelukkig is het laag water, een uur later kunnen we verder.  Oorzaak? Gewoon niet goed opgelet natuurlijk.

Nosi Faohina, Madagascar 3-11-2008


B&G Onze B&G navigatie-apparatuur is gekoppeld aan de computer met de zeekaarten. Alle informatie zoals diepte, koers, windsterkte en snelheid is dan ook aan de kaartentafel beschikbaar. Tot mijn groeiende ergernis zitten er echter verschillen in de gegevens. Zo wijkt de koers op de navigatie-apparatuur zo’n 10 graden af van de weergave op mijn PC.  Op weg van Baly Baie naar Nosy Lava probeer ik de instellingen van de navigatie-apparatuur te kalibreren maar doe iets fout waardoor de stuurautomaat uitvalt. Met de hand sturend varen we verder. D.w.z. Lorie stuurt en ik probeer de automaat weer aan de praat te krijgen. Na 3 uur tobben besluiten we naar Baly Baie terug te keren. Daarna ben ik nog een hele dag met het rotding bezig. Uiteindelijk doet alles het weer maar de koers wijkt nog steeds 10 graden af.


Sailing permit: Visum, inklaren, zeilpermissie, steekpenningen, als we ergens aankomen moeten we ons eerst door een forse papierwinkel worstelen. In Madagascar worden we geholpen door Michel, een Fransman die hier al enkele weken is. Hij wijst ons de weg en voert het gesprek want Engels spreken ze hier niet. De sailing permit halen we zonder Michel. Wel heeft hij ons gezegd dat we een lijstje moesten maken met alle bestemmingen die we wilden bezoeken.  Nou, laat dat maar aan mij over, de lijst bevatte àlle havens en ankerplaatsen uit de pilot dus óók de plaatsen die buiten het district Nosy Be vallen. En dat beviel de dienstdoende dame niet, ze weigerde de permit af te geven. Pas na een telefoontje met Michel tikte ze met een diepe zucht het relevante deel van mijn lijstje over en kregen wij de permit.

Inklaren Hell Ville Madagascar 16-9-2008


Furlex: Met gereefd grootzeil, de kotterfok en een puntje Yankee speren we naar Madagascar. Gemiddelde snelheid ca. 7 knopen. De zee is ruig maar het zonnetje schijnt uitbundig en de wind is bijna ideaal voor deze passage.  We zijn al weer 3 dagen onderweg, de Iolea van Roger hebben we enkele mijlen achter ons gelaten. Om de voorsprong te behouden moeten we iets meer zeil voeren dus willen we de yankee volledig uitrollen. Helaas is er geen beweging in het zeil te krijgen, de reeflijngeleider is afgebroken en de reeflijn is in de knoop geraakt. Door van koers te veranderen halen we de druk uit het zeil en ben ik in staat de boel te ontwarren. Helaas verliezen we daardoor wel een paar kostbare mijlen op onze Amerikaanse opponent.

Inspectie van het rolreefsysteem terwijl het schip weer in een golf duikt. 12-09-2008


Lekkage: In slecht weer leer je het schip kennen. Kleine mankementen die normaal onopgemerkt blijven kunnen levensbedreigend worden.  Op weg naar Madagascar bleken er verschillende luiken en dakramen te lekken. Bij elke golf die over het schip rolde sijpelde het zoute water langs de wanden, op ons bed en liep er een kastje met boeken en elektronisch spul vol. Omdat het schip steeds dieper de golven indook en meer water over het dek kreeg, vermoede ik dat de ankerbak, een gesloten ruimte in de boeg, langzaam volliep. Onder de barre omstandigheden kon ik dat echter onmogelijk controleren of verhelpen. Pas toen we in veilig vaarwater kwamen bleek mijn vermoeden juist te zijn, de afdichting van het luik lekte, er zat minstens 1000 liter water in de ankerkluis. Gelukkig had het water de elektrische motor van de ankerlier nog niet bereikt. Op de Seychellen heb ik de rubbers van alle luiken en ramen vervangen.

The Wharf, Seychellen 22-8-2008


Stagbreuk: Na 4 dagen rotweer naderen we Aldabra, één van de zuidelijkste atollen waar de Seychellen aanspraak op maken. We hopen onder Aldabra rustiger weer te treffen. We zijn op weg naar Madagascar. Hoewel het stormt en de golven tot boven het schip reiken hebben we onze draai toch wel een beetje gevonden. Met 3x gereefd grootzeil en het kotterzeiltje voelen we ons redelijk veilig, maken we een redelijke snelheid en slapen we om en om een beetje. Tot het beuken van de zee tegen onze aluminium romp wordt overstemd door een enorme knal. Het droge geluid van iets dat onder grof geweld knapt. Een onrustbarend zingen van de stagen sterft langzaam weg. Het onderwant aan loefzijde is gebroken! De mast zwabbert als een buikdanseres en dreigt te breken. Door het schip onmiddellijk te keren brengen we het gebroken stag aan lij en vangt het goede stag de klappen op. Daarna zijn we uren in de weer om de mast met lijnen te zekeren. De mast in gaan om een lijn te bevestigen staat gelijk aan zelfmoord dus proberen we urenlang een werplijn over de zaling te krijgen. Tevergeefs, we kunnen onmogelijk op het dek staan zonder om te vallen of er afgespoeld te worden. Uiteindelijk vinden we de oplossing door een lijn tot onder de zaling te hijsen en deze terug te voeren naar de anker- en schootlier. Omdat we nu alleen nog maar over de “veilige” kant kunnen varen moeten we terug naar de Seychelles. 550Nm en het weer blijft onveranderlijk slecht. Op Indynet, een amateur-radionet, zijn we dagenlang het nieuws van de dag.

Het afgebroken lepeltje van het onderwant. De breuk zat er dus al véél langer. 25-7-2008


Sleeptouw: Met gebroken stag en een minimum aan zeil bereiken we na drie spannende etmalen Desroches. We gaan er ’s-nachts voor anker nabij de Westwind, die ook is teruggekeerd en wacht op beter weer. We slapen als rozen.  De volgende ochtend worden we via de radio gewaarschuwd door de Westwind dat we afdrijven, onze ankers zijn losgeraakt. Voor we echt reageren zijn we alweer een stuk uit de kust. Als ik de motor wil starten krijgen we opnieuw een teleurstelling te verwerken. Er is door het schommelen de laatste week troep en water in de tank gaan zweven waardoor de brandstoftoevoer vervuild is. De motor doet het dus niet. Randy van de Westwind ziet dat wij in problemen raken en komt ons met zijn rubberboot te hulp. Als een doorgewinterde reddingswerker, welke hij achteraf ook blijkt te zijn, sleept hij ons terug naar de ankerplaats. Daarna ben ik weer uren in de weer om de tank te reinigen, de motor te starten en de rotzooi op te ruimen. Koop een boot, werk je dood.

Randy sleept ons behoedzaam terug naar de ankerplaats op Desroches. 22-7-2008


Gehaktmolen: Op weg naar Madagaskar treffen we erg slecht weer. Zelfs de enkele zeevogel die zich zover uit de kust waagt lust er geen brood van. Het is een soort Jan Van Gent maar anders van kleur en een beetje kleiner. Overdag zie je ze tussen de golfdalen over het water scheren op zoek naar vis maar de nacht brengen ze doorgaans dobberend door. Tenzij de zee erg wild is en er een zeilboot passeert natuurlijk, dan zoeken ze een plaatsje aan boord om op adem te komen. Helaas kiezen ze daar dan steevast een adembenemend plekje voor: onze gierende windgenerator.  Schreeuwend, blazend op een fluitje en verblindend met onze MAG-LITE proberen we ze op andere gedachten te brengen maar de dood schijnt een enorme aantrekkingskracht op de dieren uit te oefenen. Na enkele mislukte pogingen krijgen ze een klap van de molen en verdwijnen krijsend en piepend in de gitzwarte nacht of het woeste water.

Op weg naar de windgenerator moeten ze een zwiepende antenne en het achterstag ontwijken.


Uitklaren: Om 11:00 moeten we ons met schip melden bij de douane om uit te klaren. We krijgen dan meteen onze paspoorten terug. Uitklaren gaat erg officieel, er komen verschillende mensen aan boord om te kijken of je geen goederen of mensen het land uit smokkelt. Als we om 10:00 alvast één anker lichten blijkt deze muurvast te zitten. Met mijn duikflessen ga ik het smerige havenwater in maar kan beneden niets uitrichten. Met de kans het anker te verliezen halen we met zeer veel geweld een kluwen achtergelaten kettingen en moorings naar boven. Ergens daartussen zit ons anker verscholen. Ondertussen worden ze bij de douane onrustig en verzetten we onze tijd om uit te klaren naar 12:00 uur. Eerst schiet Dave, een Zuid-Afrikaan, ons te hulp. Later sluiten Beber uit Mauritius met zijn maat zich bij Dave aan. Met lieren, zagen, kettingtangen en een koevoet gaan we kluwen te lijf. Om 14:00 zijn we vrij, de kettingtang gemold en uren te laat voor het uitklaren. Ze maakten er bij de douane gelukkig geen punt van.

Het eerste anker is eindelijk boven water, de tweede kunnen we pas uren later bergen. Seychellen 11-7-2008


Aan de haal! Met de laptop en een boodschappentas aan mijn voeten vaar ik met het rubberbootje terug naar de Kind Of Blue om 12 flesjes Seybrew in de koelkast te zetten. Een beetje gehaast want ik moet weer naar de kant voor mijn e-mail. Als ik twee minuten later in het bijbootje wil stappen blijkt deze verdwenen. Mét de computer. Gelukkig zie ik ‘m een eindje verder dobberen, blijkbaar heb ik het ding niet vastgelegd. Verschrikt zoek ik een behulpzame buurman met een bootje maar er blijkt niemand aan boord te zijn. Tja, toen zat er niet veel anders op dan onder belangstelling van de vissers aan de overkant in het smerige water van de haven te springen en naar het bootje te zwemmen.  Daarna heb ik maar een warme douche genomen.

De ankerplaats in Victoria, Seychellen


Ankerleed: We dachten stevig achter twee ankers te liggen, maar ‘s-nachts raakten we onze buurvrouw tijdens complete windstilte en toen het flink ging waaien kwam ons eerste anker (CQR) los. Gavin, de Zuid-Afrikaan van de Erika, maakte ons attent op een mooie ankerplaats met een stevige lijn naar de wal. We besluiten er meteen naar toe te gaan. Terwijl we worstelen met wind en ankers gaat het helemaal mis, Lorie krijgt het tweede anker er niet uit en de wind dreigt ons weer op de boot van onze buurvrouw te zetten.  In onze worsteling raken we verstrikt in haar ankerlijn en komt onze schroefas los van de keerkoppeling. Zonder motor en verstrikt in een lijn zijn we hulpeloos. Snel brengen we het opgehaalde anker weer uit en geven zoveel ketting als mogelijk is. Ondertussen is er veel hulp gekomen en duiken er mensen onder de boot om ons te bevrijden. Met succes gelukkig en we zingen de “storm” schadevrij uit.  De as en asdoorvoer repareer ik met de hulp van de Fransman van de Pollen en even later varen we alsnog naar de veilige ankerplaats. We mogen van geluk spreken dat ik een voorziening trof waardoor de as niet uit het schip viel,  anders was ons schip gewoon volgelopen.

  De Van de Stadt van onze buurvrouw. 14-04-2008 Victoria Seychelles.


Impellor: In ruig weer zeilen we terug van Desroches. Laat in de middag besluiten we te schuilen in Port Launay, onze favoriete ankerplaats op Mahé. Met een vreemd voorgevoel start ik ruim voor aankomst de motor. Eigenlijk om te controleren of alles werkt. Onmiddellijk slaat de motor af en het alarmlicht “low water level” licht op. Het koelwatersysteem werkt niet en de motor raakt oververhit. Dat kunnen we nu net niet gebruiken. Er zit niets anders op dan zeilend de ankerplaats op te lopen en met gevaar van oververhitting de motor te starten als we ankeren en het zeil strijken. Tijdens deze manoeuvre vult het schip zich met uitlaatgas en gutst het zeewater naar binnen. Niet alleen de impellor is stuk, ook is de uitlaat van het motorblok afgeschoten, al het koelwater loopt nu zo de motorkamer in. De impellor was overigens ernstig aan vervanging toe.

Port Launay, Seychelles 13-03-2008


Beet: Dagelijks worden wij via Navtex gewaarschuwd voor de wederom uitgebroken vogelpest. Zo wordt er dringend op gewezen elk contact met vogels te vermijden. Met name rond de afgelegen eilanden als Mauritius en de Seychellen. Maar wat moet je doen als je plots geen vis maar een Tropic Bird aan de haak slaat? Het beestje was er trouwens slecht aan toe, ik heb de haak er niet uit kunnen halen. Hij zal er wel flink de pest over in gehad hebben.

Indische Oceaan, 1 december 2007


Vals alarm: Cycloon “Bongwe” maakt de omgeving van Mauritius onveilig. Ver van ons vandaan maar via de satelliet worden we herhaaldelijk gewaarschuwd. Daarbij gaat de satellietontvanger irritant piepen om onze aandacht te trekken. Die piep zet ik uit via een menu op het beeldscherm. Ook tijdens Lorie’s wacht ging het ding tekeer. Omdat ze mij niet wilde wekken om het alarm te stoppen is ze zelf op zoek gegaan naar het menu en heeft per abuis een noodalarm uitgezonden. Dat betekend dat er een actie gestart wordt om ons te redden. In gedachten zagen wij de helikopters al aan de horizon verschijnen. Op dat moment zeilden we 500 km uit de kust van Somalië. Omdat het slaan van een vals alarm strafbaar is en zwaar beboet wordt heb ik meteen een rectificatie verzonden. We hebben er niets meer van vernomen maar of we de rekening gepresenteerd krijgen is ook niet duidelijk.

Indische Oceaan voor Somalië, 24 november 2007


Kind of Blue: Ik heb het al eerder gezegd, verven is niet mijn hobby. Als de klus, het bijwerken van de stootrand, bijna geklaard is duikt er een windvlaag in mijn verfbakje en jaagt de inhoud in mijn gezicht en over de bijboot. Daarna zijn we uren in de weer met agressief spul om mijn kop te cleanen. De bijboot hebben we maar zo gelaten, hij ziet er niet uit maar is wel weer wat minder diefstalgevoelig.

Mina Salalah, Oman 16 november 2007


Oplosmengbakje: Verven, kitten en plamuren, ik heb er een gruwelijke hekel aan. Het wordt altijd een smerige kliederboel en het resultaat valt meestal tegen. Helaas leven wij op een schip dat van tijd tot tijd een lik verf nodig heeft dus maakte ik wat 2-componentenverf aan om wat plekjes bij te werken. Vooral de stootrand was flink beschadigd maar vanuit de bijboot kon ik er makkelijk bij. Halverwege de klus druipt de 2-componententroep via het bankje op de vloer van het bijbootje. Eén van de componenten heeft de bodem van het plastic bakje opgevreten zodat mijn bijbootje nu één grote verfbak is.

Mina Salalah, Oman 16 november 2007


Kakkerlakken! Zolang we dobberen hebben we weinig ongedierte aan boord. Één keer een verdwaalde kakkerlak van een cm maar die hebben we genadeloos doodgespoten.  Nu we echter op de kant staan weet het kruipend spul ons moeiteloos te vinden. Dagelijks slaat ons hart over als er weer een kakkerlak door de kuip kruipt. En deze jongens zijn soms wel 6cm groot!!! Die moeten langs de trap en steunpalen aan boord kruipen dachten we, dus hebben we er gif op gesmeerd. Een smerig en kostbaar geintje waar de kakkerlakken zich nauwelijks aan stoorden. Zelfs nu we weer in het water liggen betrappen we ze in en rond de voedselvoorraad. Vanavond het nieuwe, sterkere gif maar eens proberen.

Salala, Oman 14-10-2007


Gasten: Op volle zee komen ze aanvliegen, doodvermoeide vogels die bij ons een beetje op adem willen komen. Soms zitten ze uren op één plekje volkomen apathisch voor wat er om hen heen gebeurt. We proberen ze wat aan te sterken door een schaaltje water en wat eten te presenteren maar meestal zijn ze zelfs te moe om daar aan te beginnen.  Het jonge roofvogeltje op de foto zat enkele uren achter het roer, daar waar hij de meeste kans had per ongeluk doodgetrapt te worden. Eenmaal op adem ging hij op verkenning uit en koos het luchtruim. Slechter verging het de zwaluw. Het water ging er na een paar uur moeizaam in, maar toen ik hem wat broodkruimels voorschotelde schrok hij daar blijkbaar zo van dat hij klapwiekend over boord donderde. Op z’n laatste krachten, vechtend voor zijn leven, veranderde het beestje in visvoer.

Shumma Island, Iritrea 14-9-2007


Gehakt: Wanneer het stevig waait produceert onze windgenerator niet alleen stroom, maar ook een hoop kabaal. Windkracht 6 lijkt door het gierende propellertje windkracht 8. We zetten ‘m dan ook wel eens uit, dat vaart een stuk rustiger. Toen we onverwacht een harde klap hoorden, gevolgd door een zware trilling in de hele boot, dachten we meteen aan schade aan het roer of de schroef.  Het bleek de windgenerator te zijn, twee wieken waren afgebroken en brachten het gierende apparaat in onbalans. Een ongelukkige vogel waarschijnlijk. Met het gevaar zelf ook in gehakt omgezet te worden draaide ik het apparaat tegen de wind in om ‘m te stoppen. Omdat nieuwe wieken in Engeland besteld moeten worden heb ik een noodreparatie uitgevoerd, de gebroken vlerken zijn even kort gemaakt en staan nu tegenover elkaar.

Sitarab Island, Sudan 3-9-2007


Klapgijp: De computer doet gek, ik moet ‘m even herstarten. Dat is lastig want we varen en dan valt alles even uit. Ook de stuurautomaat. Ik vraag Lorie of ze het stuur even van de automaat overneemt en schakel de boel uit. Op dat moment breekt er paniek uit, het is aardedonker en Lorie is haar oriëntatie volledig kwijt. De enorme golven zetten het schip opzij en in een mum van tijd draait het schip verkeerd in de wind. Klapgijp! Gelukkig varen we voor de wind met een bulletalie (lijn om giek te fixeren) dus de giek komt niet over, maar de schrik zit er stevig in. Als de instrumenten het weer doen zoeken we de goede koers weer op. Voortaan zetten we ’s nachts ook de verlichting van het vloeistofkompas weer aan.


Allah: In Egypte lopen we met stapels waardeloos geld op zak. Papier geld dat vaak te smerig is om vast te pakken. Toen ik de havenmeester in Suez moest betalen en ik mijn handen vol had aan het geld en verschillende formulieren bedacht ik me geen moment en gebruikte mijn voet als presse papier om te voorkomen dat het geld in zee zou waaien. Bleek van schrik haalde de havenmeester het geld onder mijn voet vandaan en vertelde mij ontdaan dat ik Allah op zijn ziel getrapt had, op het geld was een moskee afgebeeld. Hoewel ik mij verontschuldigde werd het voorval hoog opgenomen, beledigen doe je in Egypte met je voeten. Toen wij uren later aan wal gingen werden wij er nog op aangesproken.

Suez, Egypte 12-5-2007


Kandelaar: Ons appartement in Santos is duidelijk ingericht op bezoek dat het minder nauw neemt met de spreekwoordelijke porseleinkast. Alles wat stuk kan was verwijderd of vervangen door een zeer goedkoop alternatief. De twee kandelaars die er nog wel stonden moesten ze vergeten zijn. Toen ik  er in een onbewaakt moment  een van de tafel schoof stokte onze adem. Zo’n uniek exemplaar konden we vast nergens kopen. Na stad en land te hebben afgelopen heb ik het ding maar in elkaar geplakt met superlijm en de ontbrekende stukjes opgevuld met peper. Als je snel keek zag je er geen barst meer van.

Santos-Brazilië 8-5-2007


WiFi: Op het vliegveld van Cairo ontvangen we een SMS met de eerste foto van ons net geboren kleinkind. Helaas kan mijn telefoon niets met het plaatje maar via de website van Vodafone moet ik het plaatje op kunnen halen. Op het WiFi-point koop ik voor € 10,- internettoegang want dat plaatje moeten we natuurlijk hebben. Als ik het ontvangen wachtwoord invul gaat het mis. “Wachtwoord en gebruikersnaam komen niet overeen” zegt de onbenul. Na vele pogingen geef ik het op. “Dan maar op het vliegveld van Milaan downloaden” hou ik Lorie voor. In Milaan koop ik weer voor € 10,- internettoegang en kom er al snel achter dat ik ook in Italië geen stap verder kom. Het eerste plaatje dat we van Toni zagen was Toni zelf.

Milaan, Italië 17-4-2007


Krak: Ons bed in de Pousada in Foz de Iguacu kraakte al vervaarlijk wanneer je er alleen al op ging zitten. Toen Tom dan ook bij ons kroop om de foto’s van die dag te bekijken zakten we er met een enorme knal doorheen. Die nacht heb ik op een bijbed geslapen en Lorie op het scheef gezakte bed. Natuurlijk heb ik een wild verhaal opgehangen toen ik de huisbaas vertelde dat we door het bed gezakt waren. Met wat grote spijkers en grof geweld werd ons bed gerepareerd. Echt lekker lag hij helaas niet meer.

Foz de Iguacu, Brazilië 30-04-2007


Anker: In Ismailia bleek de boei waaraan wij lagen niet zo vast verankerd als wenselijk is. Bij een flinke strorm kwam hij los en werd ons schip bijna op de kade gezet. Om herhaling te voorkomen wilden we een anker uitbrengen. Helaas ging het uitbrengen mis en bleek de knoop waarmee ik de ankerlijn aan de rubberboot vastmaakte niet zo stevig. Het hele zaakje ging overboord en lag dus op de bodem van de haven. Met een zelf in elkaar geknutselde dreg verzwaard met wat lood hebben we de ankerlijn gelukkig weer teruggevonden. Het bergen van het anker was daarna natuurlijk kinderspel. Voortaan toch de knopen maar wat beter controleren.

Ismalia, Egypte, 12-4-2007


Tanken: Met een bijna lege tank bereiken we Egypte want in Port Said kunnen we goedkoop tanken hebben we gehoord. $ 0.60 voor een liter diesel is inderdaad niet duur dus bestel ik 400 liter. Even later worden er met een personenauto 20 smerige jerrycans op de kade gezet en ben ik uren bezig om de diesel in de tank te krijgen. Een rekening krijg ik niet en betalen kan alleen in dollars of euro’s. Dat we nog niet echt ingeburgerd zijn blijkt als we horen dat diesel aan de pomp slechts $ 0.10 per liter kost. Oh ja, de volgende dag was ik uren bezig om het schip weer schoon te krijgen.

Port Said, Egypte 27-3-2007


Laptop: Met de apparatuur hebben we de laatste tijd wat pech. Nu is het beeldscherm van de laptop weer gebarsten. Erg onhandig zo’n zwart scherm want we gebruiken deze computer dagelijks om te mailen, films te bekijken en spelletjes op te spelen. Erger is nog dat deze computer onze reservecomputer is voor het navigatieprogramma mocht er iets met de navigatiecomputer mis gaan. Repareren lukt hier in Fineke (Turkije) niet en de computers die ik hier kan kopen hebben een voor ons onbruikbaar toetsenbord. Ik moet het ding dus in Nederland bestellen maar dan moeten we weer weken wachten voordat het door de douane is. Misschien moet ik ‘m maar naar Cyprus sturen en ‘m daar later oppikken. Binnen de EEG levert het invoeren waarschijnlijk geen problemen op.

Fineke, Turkije 6-3-2007


Leesbrilletje: Het was gezellig druk aan boord. Ruthy en Amir uit Israel, hadden we al maanden eerder in Ithaki ontmoet, Hendrick en Ellie twee wereldburgers kwamen zomaar aanwaaien en de dronken journalist inviteerde zichzelf. De volgende ochtend kozen Ruthy en Amir weer zee en wij volgden de dag erop. Hendrick en Ellie kamperen ergens in een nog niet ingerichte bungalow, de journalist woont ergens in Kas. Omdat we geen telefoonnummers of adressen hebben uitgewisseld kunnen we nu dus geen contact opnemen met de eigenaar van het fraaie leesbrilletje dat wij net voor vertrek in de kuip aantroffen. (Inmiddels denken we dat de bril van de journalist is. Maar volgens de politie in Kas woont er maar één journalist in Kas en dat is een ander. We hebben de bril toch maar achtergelaten)

Kas, Turkije 16-2-2007


Canon Ixus 850: Nadat ons zakkameraadje twee maanden terug in zee viel zijn we extra voorzichtig met z’n opvolger. Een mooi apparaatje met nog meer pixels, meer zoom en een groter beeldschermpje. Lorie heeft er zelfs een hoesje voor gemaakt terwijl het oude cameraatje altijd zó in mijn broekzak stak. Een groter beeldschermpje blijkt erg kwetsbaar en achteraf geen echte verbetering, ondanks het hoesje zien we inmiddels pas wat we gefotografeerd hebben wanneer we de kiekjes op de computer openen. Net als ooit met een rolletje eigenlijk.

Kemer, Turkije 23-1-2007


Uitlaat

Afmeren in de Middellandse Zee is meestal met de kont van het schip naar de kade. Met de boeg zitten we dan vast aan ons eigen anker of aan een lijn die er al ligt. Om te voorkomen dat we met de achterkant de kade raken hangen  we er meestal een stootwil tussen.  In de zomer levert dat geen problemen op, in de winter vergeten we soms dat de “schoorsteen” achter uit het schip komt. Dat heeft ons inmiddels twee doorgebrande stootwillen opgeleverd.

Kemer, Turkije 14-2-2007


Gas: Het gas was weer op, maar dat mocht in Griekenland geen probleem meer zijn sinds we een Griekse fles hebben. In Naxos kon de havenmeester voor een verse zorgen, dus toen wij in slecht Engels werden aangesproken door een monteur en deze over gas begon heb ik hem de lege fles meegegeven. Dagen later bleek de havenmeester er niets mee te maken te hebben en waar de verse fles bleef kon hij ons al helemaal niet vertellen. Gelukkig kon hij wel achterhalen wie de fles meenam. Deze vond het al vreemd dat hij een fles voor mij op moest ruimen, maar omdat zijn Engels niet zo goed was had hij maar niet verder gevraagd. Met dat gas is het uiteindelijk ook nog goed gekomen.

Naxos, Griekenland 16-2-2007


Achteruit: De kade onder Fira op Santorini is lastig aan te varen door de enorme meerboeien die ervoor liggen. Bovendien verloopt de diepte er van honderden meters naar minder dan de 2 meter die wij steken, bovendien komen er enkele rotsjes boven het water uit. Oppassen dus. Voorzichtig nader ik de kade en Lorie staat klaar om er met de landvasten op te springen. Als ik de boot wil afremmen en met de schroef achteruit sla gebeurt er niets…., we varen gewoon door! Gelukkig is er  ruimte om te draaien en we varen alweer snel in ruimer water. Nadat ik het losgetrilde klemmetje waarmee de koppelingskabel op z’n plaats gehouden wordt heb vastgedraaid proberen we het opnieuw.

Santorini, Griekenland 17-12-2006


Veerboot: Wanneer je de krater van Santorini binnenvaart en je de plaatsjes Oia en Fira tegen de kraterwand aangeplakt ziet word je wel even stil. Stil was het gelukkig ook aan de kade onder Fira. De Pilot meldt zware golven bij het passeren van veerboten en gebiedt waakzaamheid, maar daar raken wij niet meer van onder de indruk. We stopten alle fenders tussen wal en schip en waanden ons veilig. Zelfs toen een beroepsschipper ons kwam waarschuwen dat wij nog meer fenders moesten aanbrengen maakten we ons weinig zorgen. Onterecht bleek even later, de boeggolf van een  veerboot die met 20 knopen langs vaart produceert levensgevaarlijke golven. 15 Ton aluminium werd talloze malen genadeloos tegen de kade gesmakt, meteen klapte er een fender en knapte er een zware lijn. Dat we het er verder zonder schade afbrachten is een wonder.  We zijn meteen vertrokken, de veerboot kwam na een half uur weer terug.

Santorini, Griekenland 17-12-2006


Porto: Vooral Lorie leest heel wat weg en al die boeken stapelen zich flink op. Een paar boeken wilden we naar Nederland sturen dus hebben we keurige pakketten gemaakt. Op het postkantoor bleek het verzenden als pakket erg duur en op aanraden van de postbeambte hebben we alle boeken los verpakt en als gewone post aangeboden. Eenmalig, want de porto was soms meer dan de prijs van het boek. Helaas kwamen we daar pas achter toen de overijverige beambte de postzegels netjes op onze pakjes had geplakt.

Pireus, Griekenland 15-11-2006


Boegschroef: De ankerplaats in Naxos blijkt niks te zijn, dat hadden we natuurlijk kunnen weten. Dan de haven maar in, we hebben toch nog wat te klussen ook. Ik vraag Lorie of de boegschroef aan staat en zet het afmeren op eigen anker in. Als ik moet bijsturen doet de boegschroef helemaal niets. Lorie rent vertwijfeld naar de hoofdschakelaar, ze dacht hem toch echt aangezet te hebben. “Hij staat wel aan” schreeuwt ze naar boven en ik probeer het nog een keer.  Met veel kabaal slaat de schroef aan en draait het schip naar de kade. Helaas weet het ding nu niet meer van ophouden en met handen, voeten en wat hulp van een voorbijganger weten we het schip vrij van de kade te houden. Als Lorie de hoofdschakelaar uitzet keert de rust weer terug. Er is een contact kapot in de joystick waarmee ik de boegschroef bedien. Een nieuwe joystick kost € 300,- blijkt later dus heb ik het schakelaartje gerepareerd met veertjes uit een balpen. Ik ben erg benieuwd hoelang die het houden.

Naxos, Griekenland 12-12-2006


Geluk: Met veel wind uit verschillende richtingen ankerden we in een baai op het eiland Kithnos. Het ankeralarm waarschuwt wanneer wij te ver van onze plek af drijven en ging voortdurend af omdat wij door de draaiende wind steeds ergens anders lagen. Dat slaapt slecht en daar wij niet  de indruk hadden dat de wind ons op de rotsen kon zetten maakten we de gevarenzone ruimer zodat het alarm niet steeds afging. Zo kon het gebeuren dat wij ’s-ochtends wakker werden en ontdekten dat  we tot op 1 meter van de rotsen lagen! Het anker was losgekomen maar gelukkig ergens achter blijven hangen voordat het echt mis ging. Een beetje geluk onderweg kunnen we wel gebruiken.

Kithnos, Griekenland. 28-11-2006


Kraantje: In de haven van Aigina, het eiland tegenover Athene, moeten we een telefoonnummer draaien voor water en stroom. Een beetje vieze man komt even later op zijn gare brommer met een sleutel de kraan openen. “Als je klaar bent gewoon de kraan dichtdraaien, dan valt hij in het slot” zegt hij en vertrekt met €10,00 in de knip. Omdat wij zuinige Hollanders maar één keer willen tanken zijn wij daarna uren in de weer met de was, afspuiten van de boot, douchen en het vullen van de tank. Om geen water te verspillen heb ik tussentijds de kraan zover dichtgedraaid dat deze nog net niet in het slot viel en weer geopend toen we wilden aftanken. Dat ik met het openen ook voorzichtig had moeten zijn merkte ik om pakweg 23:45 toen ik de kraan wilde sluiten, deze bleek in het slot gevallen en sloot niet zonder sleutel. Of ik de man uit bed belde weet ik niet maar hij was knap chagrijnig aan de telefoon.

Aigina, Griekenland 28-11-2006


Verdronken

In de zakken van mijn Pepe Jeans past geen camera, die broek zit gewoon véél te strak. Dus toen wij met de rubberboot aan wal gingen om een trendy wijk van Athene te bezoeken zat de Canon Ixus 700 in mijn borstzakje. Tòt ik mij bukte om het slotje aan de steiger vast te maken. Na anderhalf jaar intensief met elkaar opgetrokken te zijn dook het ding pardoes in zee.

Pireus, Griekenland, 12-11-2006


Punto: Huurauto’s zijn bij mij doorgaans niet in erg goede handen. In Puerto Rico strandde we in een “plas” van minsten 75cm diep en in Brazilië twijfelde men of de auto die ik inleverde wel de betreffende huurauto was. We waren er net mee door een 10km lange modderpoel gereden.  In Catania huurden we met Paula en Arie een Fiat Punto om de Etna te beklimmen. Hij had hier en daar wat lakschade maar dit werd nauwkeurig opgetekend. Het was een prima karretje tot we een wegverzakking indoken.  De klap was enorm en ik verwachtte een klapband of een gebroken wielophanging. Buiten een kapotte wieldop en een deuk in de velg leek de schade mee te vallen dus wij opgelucht verder. Etna af was er inderdaad niets mis maar Etna op begon het ding enorm naar benzine te stinken. Voor de zekerheid hebben maar geen sigaretje opgestoken.

Etna, Sicilië, Italië 5-10-2006


SMS: “Bleeb, bleeb”, mijn Nokia 6100 zegt mij dat er een sms ontvangen is. Altijd leuk wanneer je ver van huis bent, dus iets te gehaast haal ik de telefoon uit de carkit. Daarbij glipt hij uit mijn handen en duikelt ondersteboven in mjjn beker hete koffie. In mijn poging het ding te redden van een zekere verdrinkingsdood brand ik mijn vingers en gaat er een flinke scheut zwarte koffie over de kaart van de Oostelijke mediterrane.  Nèt voordat ook het schermpje van de telefoon zwart wordt zie ik dat het een berichtje van Geert Haksteen is.

Sicilië, Italië 26-9-2006


Wasdag: Wassen doen wij alleen wanneer wij een haven aandoen want alleen dan hebben we voldoende water om de boel goed uit te kunnen spoelen. Als we na bijna 4 weken ankeren de haven van Catania aanlopen hebben we dus een stevige was. Gelukkig hebben we veel “waslijn” aan dek zodat we achter elkaar kunnen doorwassen en drogen. Als het laatste wasgoed gespoeld wordt slaat het weer om en begint het te stortregenen. Vroeger in Nederland verplaatsten we het natte spul dan naar de kelder maar in onze huidige kelder droogt het nooit. Terwijl ik dit stukje tik zit ik dus op het enige plekje aan boord waar je niet met je hoofd in een onderbroek badlaken of dekbedovertrek zit.

Catania, Italië 26-6-2006


Shit: De pomp van de vuilwatertank is lek. Vuil water is aan boord douchewater, pies en poep verzameld in de haven wanneer we niet in zee kunnen lozen. Ondersteboven met mijn kop onder de vloer haal ik de pomp eruit. Hierbij stroomt het restant viezigheid dat nog in de afvoer zit natuurlijk over mijn handen in de kiel zodat ik een uur kan soppen voordat de stank weer een beetje uit de boot is. Het demonteren van de pomp is natuurlijk net zo’n smerig klusje maar daar draai ik ondertussen mijn hand niet meer voor om. Het rubberen membraam is stuk, er zitten twee flinke scheuren in. Een reservemembraam heb ik niet dus in afwachting van een nieuwe ga ik met superlijm aan de slag. Eerder heb ik daar verrassende resultaten mee behaald. Als een uurtje later de boel weer in elkaar zit en ik de schakelaar van de pomp omzet slaak ik een kreet van opluchting, hij houdt het.  De pomp werkt als vanouds. Tot een aanzwellend soppend geluid mij duidelijk maakt dat ik het klusje mag herhalen.

Catania, Italië, 27-9-2006


Vast: Als we in Castellemmare enkele meters willen verkassen blijken onze ankers muurvast te zitten. Het CQR anker aan de ketting krijgen we uiteindelijk met veel geweld los, het zat waarschijnlijk klem tussen de rotsen. Het Danforth anker met kettingvoorloop is echter niet te lichtten.  Door het ankertouw op een grote elektrische schootlier te zetten en het schip over het anker te laten varen breekt deze uiteindelijk los. We hebben een flink stuk schroot en een autoband uit de grond getrokken. Met enige bedenkingen lieten we de onbeschadigde ankers 50 meter verder opnieuw vallen.

Castellemmare, Italië 15-09-2006


Nat kruis: In de marina van Porto de Alcudia hebben ze weer eens een andere nippel voor de waterslang bedacht. Die moet je dus weer kopen. Voor ik ‘m op de slang monteer probeerde ik even of hij wel past. Het water dat normaal door de slang wordt afgevoerd spoot bij gebrek aan betreffende slang met grote kracht tegen mijn kruis. Het duurde even voor ik de nippel er weer uit had. Lorie geloofde haar ogen niet maar wist er wel een foto van te maken.

Porto de Alcudia, Mallorca, Spanje 14-7-2006


Te laag! De Kind of Blue moet voor onderhoud en enkele weken de kant op. De Marina in Bonaire (Noord  Mallorca) leek ons wel geschikt, we hebben daar dan ook een plaats gereserveerd. Als wij op de afgesproken tijd de lift invaren blijkt deze te laag voor ons schip. Uitstel dus, en veel tijd hebben we niet meer. Gelukkig klimt de receptioniste van de marina in de telefoon en weet ze een lift te regelen in Porto de Alcudia, de plaats waar we net vandaan komen. De volgende dag kunnen we er al uit het water.

Porto de Alcudia, Mallorca, Spanje 11-7-2006


Sleutels: Handig dacht ik,  je hangt het kleine plastic “dodemansknopsleuteltje” gewoon aan je sleutelbosje zodat je dat onhandige polskoord niet meer nodig hebt. Alleen even oppassen dat het bosje niet in het water valt wanneer we het bbmotortje starten of stoppen. Nou, dat ging een hele tijd goed. In Porto de Polenca heb ik met een duikbril en een geleende magneet aan een touwtje over de rand van de bijboot naar de sleutels gezocht. Na 3 kwartier heb ik het maar opgegeven, we gebruiken dat onhandige koord maar weer. Mijn reservesleutels zitten nu aan een drijvende sleutelhanger.


Op z’n kop: We zijn nog geen 5 seconden terug op ons schip als uit het niets de wind opsteekt. Meteen raakt het anker los en dreigen we op het schip achter ons te varen. Met de boodschappen nog in mijn hand start ik de motor en Lorie spoedt zich naar de ankerlier. Inmiddels waait het 40 knopen en zijn er meer schepen met problemen. We moeten uitwijken naar een plek buiten de baai maar ook daar slaan we na een paar uur los. De wind is toegenomen tot soms 50 knopen. Onze volgende ankerpoging slaagt en de rest van de nacht zijn we waakzaam. De volgende ochtend is het windstil en ankeren weer in de baai. Als we naar de kant willen missen we de peddels van de bijboot en een fles benzine. Ook het buitenboordmotortje doet het niet meer. In de storm moet het bootje een poosje ondersteboven achter ons schip gedobberd hebben. Na twee dagen prutsen heb ik het ondergedompelde motortje weer aan de praat.

Port Soller, Spanje 16-6-2006


Verdwaald: Serra de Tramuntana ligt vol met steile cobblestone paden. Geweldig om te bewandelen maar fietsen kun je er niet op. Sóller ligt midden in de Serra de Tramuntana, een indrukwekkende bergketen met duizelingwekkende wandelpaden en steile wegen met haarspeldbochten te over. Daar lag dus weer een uitdaging, over de hoogste pas naar Cala Colabra fietsen. Onderweg kocht ik nog een Duitse wandel- en fietskaart waarop een mountain bike route tussen Colabra en Sóller was aangegeven. De tocht naar Colabra was prachtig, 37 km klimmen en dalen. Na pakweg 2,5 uur kwam ik er afgeknoedeld aan. Alle wielrenners, ik was de enige met een mountain bike, namen dezelfde weg terug, ik ging op zoek naar het kortere mountainbike pad. Helaas, na een kilometer of 5 hield de weg op en restte enkel een steil hiking pad, de GR 221. De gedachte aan 42 kilometer terug fietsen trok mij minder dan het voortduwen van mijn fiets over rotsen en cobblestone paden dus ik het pad op. Nou, dat had ik dus niet moeten doen. Mijn hoop ergens een weg te treffen bleek ongegrond en ik heb het hele pad tot Sóller afgelopen. In de gids een zware wandeling van 4,5 uur. Zonder fiets als ballast. Oh ja, halverwege was ook mijn water nog op.


Bootje gejat: Op 1 april 1572 verloor Alva zijn bril, de Watergeuzen veroverden Den Briel op de Spanjaarden. Nou, daar maken ze in Spanje géén grapjes over. Toen we merkten dat onze rubberboot niet meer lag waar we hem hadden achtergelaten schoot de datum nog even door mijn hoofd en ben ik het strand afgelopen om te kijken waar ze ‘m verstopt hadden. Tevergeefs natuurlijk. Daar stonden we dan, 12 tassen vol boodschappen, zaterdagavond 21:30 en de Kind of Blue 200 meter uit de kust. Hoewel vrijwel alle winkels gesloten waren ging ik onmiddellijk op zoek naar een speelgoedboot. Na twee keer “no” was het raak. € 58,- Voor een waardeloos ding met ongelijke peddels, van die lachende gezichtjes en een venster om naar de vissen te kijken. Nou, daar zullen we nog veel lol aan beleven.

Malorca, Spanje 1 april 2006.


Kopje onder: Cala Portals is een prachtige baai op Mallorca waar je in de ochtend nog rustig voor anker ligt, maar waar om een uur of 11:00 de eerste glass bottom boats met hordes toeristen binnenvaren. Met Ed en Sil hebben we hier twee nachten gelegen en Paella in de strandtent gegeten. Lorie en ik wilden de boot iets verhalen dus wij ernaar toe. Bij het afmeren van de rubberboot heeft Lorie meestal natte broekspijpen maar weet ik het redelijk droog te houden. Tot groot plezier van iedereen op het strand, het terras en in de strandtent liep het ditmaal anders. Een golf greep het bootje, ik verloor mijn evenwicht en ging in vol ornaat kopje onder. Natuurlijk stond Ed al klaar met zijn camera, maar die plaat houden jullie nog tegoed.

Mallorca, Spanje, 24-3-2006


Hengels gejat: Onze hengels staan in stevige houders op het achterdek. Een half jaar geleden haalden we ze nog binnen wanneer we in een haven lagen maar de laatste tijd vergaten we ze meestal. In Cartagene is dat blijkbaar opgevallen. Bij het verlaten van de haven zagen we dat we twee hengels armer waren. Is er vannacht toch iemand aan boord geweest zonder dat we iets gemerkt hebben.

Cartagena, Spanje, 5-2-2006


Stroomkabel vergeten: Vertrekken doen we het liefst zo vroeg mogelijk. Er wordt dus efficiënt gewerkt om geen tijd te verliezen. Snel aankleden, schip gereed maken, afmeren en weg. Wassen, ontbijten en de afwas van de vorige avond doen we zodra we op zee zijn. In Garrucha mochten we één nacht aan de steiger van de benzinepomp vastmaken. Een zee van ruimte om aan en af te meren dus. Bij vertrek de volgende ochtend maken we alle lijnen los zoals we afgesproken hebben, Lorie duwt de boot  af vanaf de steiger en ziet, net voor ze aan boord wil stappen dat de stroomkabel nog niet afgekoppeld is. Nou heb ik die stekker er de vorige dag met wat geweld ingestoken dus krijgt ze ‘m nu niet los. Het schip drijft inmiddels af en het kabeltje begint  af te rollen. In gedachten zie ik ‘m al knappen en onder stroom in het water vallen. Gelukkig weet ik het schip zonder omtrekkende bewegingen naar de kant te brengen. Lorie, rood van inspanning, heeft inmiddels de stekker losgerukt. Als ze weer aan boord stapt gromt ze nog wat over minder gehaast vertrekken en zo.

Garrucha, Spanje 29-1-2006


Beton: We passeren nu een stuk waar we met onze boot meestal net te groot zijn voor de kleine haventjes. Zelfs de puerto deportivo van Almaria heeft eigenlijk geen plek voor de Kind of Blue. Toch maar proberen. We zien een kleine wachtsteiger en besluiten daar aan te leggen. Moet nét kunnen denk ik, vlak langs de betonblokken van de golfbreker, lijntje naar de kant om te voorkomen dat we het schip voor ons in de flank raken en vastmaken voor we teruggezet worden. We hebben voor hetere vuren gestaan. Terwijl we voorzichtig op de kademuur afvaren ziet Lorie de betonblokken van de golfbreker onder het schip opdoemen, een weg terug is er niet. Het geluid van het roer dat de steen raakt is niet geruststellend, even gaat er en schok door het schip. Gelukkig valt de schade mee, de steen is nog heel. Het roer ook.

Almeria, Spanje 23-1-2006


Kortsluiting: Het is al donker wanneer we in Almerimar op onze plaats liggen. Lorie springt op de kade om de stroom aan te sluiten. Dat lukt echter niet meteen omdat er een vreemde verloopstekker bij nodig is. Plots schiet het snoer uit haar vingers en valt met de walstekker in het water. De bootstekker was al aangesloten dus verwachte ik een enorme knal, kortsluiting en wat al niet meer. Er gebeurt niets. Geschrokken haal ik het ding op en laat ‘m drogen. Bij de tweede poging blijkt het systeem niet te werken. Grom, zekering geklapt of iets anders doorgebrand? Gelukkig kom ik er snel achter dat de kast op de wal uitgeschakeld is.

Almerimar, Spanje 12-1-2006


Slang gejat: “Moeten we onze waterslang niet aan boord brengen?” vroeg Lorie toen we naar het dorp liepen. Bij elke steiger ligt er wel een slang dus echt diefstalgevoelig leek het ding niet en bleef op de kade. Tot ergens halverwege oudejaarsnacht. Nu vult ‘ie waarschijnlijk een andere drinkwatertank.

Benalmadena, Spanje 31-12-2005


Weggestuurt: In Gibraltar is de ankerplaats naast de landingsbaan van het vliegveldje staat in onze pilot. Om daar te komen moeten we door de aanvliegroute varen maar beseffen nauwelijks dat de vliegtuigen daar op 5 meter hoogte vliegen en onze mast 21 meter hoog is. Het liep natuurlijk goed af maar de volgende ochtend werden we wel door de havenpolitie weggestuurd.

Gibraltar, 30-11-2005


Deining: In Benalmadena komt bij wind uit het zuidwesten de deining de haven binnen. Toen wij arriveerden was er nauwelijks wind en ook geen deining. Een Nederlander die al een beetje bekend was met de situatie waarschuwde ons, we moesten bij aanmeren ruime afstand van de kade bewaren want de deining zou ons tegen de kade kunnen stoten. Ik schatte in dat de afstand van de achtersteven naar de kade ruim voldoende zou zijn en we gingen de omgeving verkennen. Bij terugkomst was de deining toegenomen, de onderste trede van de zwemtrap afgebroken en de windstuurinrichting beschadigd. Ruim voldoende bleek niet genoeg.

Benalmadena, Spanje 13-12-2005


Kontje: Voor we afvaren spreken we even af in welke volgorde de landvasten losgemaakt worden. De wind stond op de kop dus eerst achter en terwijl ik een beetje opvaar kan voor gelost worden. Lorie, nog op de kade, duwt de boot dan wat af en klimt aan boord. Eitje. Maar in stromend water gelden andere wetten, toen de tros achter los was draaide de kont van het schip meteen met de stroom mee en kwam dwars op de steiger te liggen. Met een kontje van een hulpvaardige Portugees kon Lorie nog net aan boord klimmen. Nadat ze eerst de tros had losgegooid gelukkig. Er is geen onvertogen woord gevallen.

Mazagon, Portugal, 23-11-2005


Stroom tegen: 20 Mijl te zeilen, heerlijke wind, zon, dit mag de hele dag duren dus de motor gaat niet aan voor we bij de ingang van Canal de Faro zijn. Tegen zonsondergang varen we op de golfbrekers aan waartussen we naar binnen moeten. De inmiddels gladde zee verandert hier onverwacht in een kolkende watermassa. Even doorbijten denk ik nog, eenmaal binnen is het rustig. Wat ik toen nog niet begreep was dat tijdens springtij het water in de enorme baai 3 meter zakt en dat erg veel van dat water tussen de golfbrekers naar buiten komt. Het schip werd van links naar rechts, tussen golfbreker en een ondiepte weggezet. Voorbij de kolken zag het water er wel rustig uit maar stroomde ons met 6 á 7 knopen tegemoet. Een snelheid die we vol gas maar net bereiken, we lagen dus vrijwel stil. Met het risico de motor stuk te draaien kropen we tegen de stroom in. Pas na een kwartier kwamen wij in rustiger vaarwater. Inmiddels was het donker, de accu’s vol. De volgende ochtend werden we beloond met een prachtig uitzicht op Arraiais, een vissersgehucht op de verder onbewoonde zandplaat Ilha da Culatra.

Faro, Portugal 15-11-2005


Roeien: We liggen in de prachtige delta bij Avor dus zijn we met ons motorbootje de rivier opgevaren. Eerst de tank tot de nok gevuld, er gaat bijna een hele liter in, en meteen op pad. Gelukkig, het motortje doet het dit keer. We pruttelen door een gebied met rotsen, standjes, akkers, rietvelden met talloze vogels en kleine dorpjes. De wolken pakken samen en noodweer dreigt. “Hebben we wel genoeg benzine om terug te komen?” vraagt Lorie zich hardop af. Ook het motortje voelt de spanning aan en begint onregelmatig te lopen. We besluiten terug te gaan. Ik voel dat het nipt zal worden maar laat dat natuurlijk niet blijken. Eenmaal terug bij de Kind Of Blue slaat de motor af en is niet meer aan de praat te krijgen. Nu hebben we een roeiboot.

Alvor, Portugal 18-10-2005


Vaarwel Hugo: Weinig wind, kalme zee, we varen met een slakkengang. Wind in de rug dus de zeilen staan weer flink te klapperen. Door de golven en de geringe druk in het zeil dreigt de giek zo nu en dan ongewenst te gijpen. Nou, daar hebben we een oplossing voor, een lijn van de giek naar voren (en terug op de lier). Daarvoor moet je dus wel even naar voren om die lijn door een blok te halen. Onderweg klappert de kluivert en de schoot raakt even mijn Hugo Boss met donkergroene glazen. Die heb ik dus voor het nakijken. Het water is glashelder, snel verdwijnt hij in de diepte. Ik meen dat er een makreel op af komt.


Droogvallen: Na twee dagen ankeren in de baai voor Carminal denk je dat er niets meer mis kan gaan. En inderdaad, het anker houdt. Als we de derde nacht om pakweg 23:00 een vreemd geluid horen ga ik even aan dek kijken. Wanneer ik aan dek kom valt het schip een paar graden om, we zitten nu echt aan de grond! De wind is gedraaid en het schip ligt nu aan lager wal. Snel opgezocht hoeveel het water nog gaat zakken en dat blijkt nog ruim een meter te zijn. Geen best vooruitzicht dus trekken we maar een wijntje open. Als het water om 01:30 haar laagste punt bereikt liggen we bijna op onze kant. Er staat nog maar een klein metertje water. Ondertussen vallen we ook nog om van de slaap. Pas om 4:00 uur staat er weer voldoende water om weg te varen.

Carminal, Spanje 7-9-2005


Buiten adem: Spare Air, 20 minuten lucht om bijvoorbeeld een lijn uit de schroef te halen. Echt fantastisch. Behalve wanneer je eenmaal onder de boot merkt dat je er thuis teveel mee gespeeld hebt en er nog maar twee minuten zuurstof in zit.

Golf van Biskaje 17-8-2005


Rotding: Donders, hebben we een splinternieuw buitenboordmotortje en dan doet dat rotding het niet. Na een half uur etteren en trekken aan dat touwtje toch de gebruiksaanwijzing er maar bij gepakt. Blijkt er een benzinekraantje op te zitten.

La Coruna, Spanje 20-8-2005


Te water: Het hobbelde behoorlijk op zee en in de baai van San Sebastian. Ook het oppikken van een mooring is nog onwennig. Dus toen Lorie eindelijk een mooringlijn aan de haak had en het schip door de wind werd teruggezet kon ze kiezen: pikhaak vasthouden en te water gaan of pikhaak loslaten.

San Sebastian, Spanje 11-8-2005


Opgeruimd staat netjes: We hebben zo’n tent over het schip om lekker “uit” de zon te kunnen zitten. Alleen snapte ik niet hoe het frame geplaatst moest worden. Er was geen bevestigingspunt te vinden. Telefonisch vertelde de bouwer van het schip dat dit rvs frame oud en niet meer nodig was. Dat heb ik dus meteen weggedonderd. De volgende dag belt hij om te melden dat hij zich vergiste, de nieuwe bevestigingspunten moesten nog gemaakt worden…..

La Coruna, Spanje 22-8-2005


Gas: We koken met Propaan. Twee stevige flessen waar je maanden mee vooruit kunt. Helaas, de eerste was in Engeland al leeg en de tweede loopt nu op z’n eindje. In Frankrijk konden we wel propaan kopen maar niet in onze flessen. In Spanje zal dat wel lukken dachten we. Niet dus, heel Spanje is overgestapt op Butagas. Morgen dus maar een campinggasflesje met de juiste aansluiting en regelaar kopen. Hopelijk kunnen we in Portugal wel propaan krijgen.

La Coruna, Spanje 22-8-2005


Documenten: Voor La Rochelle  kregen we de Douane aan boord. Midden in de nacht, rubberbootje langszij en 3 mannen in uniform aan boord. Gelukkig, de in Frankrijk benodigde vlaggebrief hadden we de dag voor vertrek ontvangen. Helaas, tijdens de controle van de papier bleek het document spoorloos.  Gelukkig nam de douane genoegen met de registratie van het kadaster.  De vlaggebrief is nog steeds niet boven water.

La Rochelle, Frankrijk, 22-7-2005


Opgeruimd staat netjes: Om weer wat orde aan boord te scheppen heb ik alle handleidingen eens goed uitgezocht. Van mijn Nokia had ik er 2 dus de versleten copie heb ik weggegooid. Toen ik ‘m nodig had voor de modeminstelling bleek ik alleen de Franstalige handleiding nog te hebben…..! Daar kom ik dus niet ver mee.

La Rochelle, Frankrijk 30-7-2005


King of Blue: Omdat we als vierde in onze categorie zijn gefinisht kregen we een messing plaatje met inscriptie. Ons schip heet voor de organisatie King Of Blue. Maar ook de douane die we aan boord kregen in de aanloop van La Rochelle kon blijkbaar slecht lezen want ook zij hebben een verklaring afgegeven dat de King Of Blue is ingeklaard.

La Rochelle, 23-7-2005